Algemeen
Snelle of krachtige warmte
Snelle of krachtige warmte kan worden bereikt door veel, maar vooral kleine stukken te verbranden.
Maximale verbranding
De volgende hoeveelheden brandstof mogen maximaal per uur worden verstookt:
Hout: 2,4 kg
Wordt deze grens overschreden, dan valt de kachel niet langer onder de fabrieksgarantie,
daar deze dan door overhitting beschadigd kan worden. De houtkachel is goedgekeurd voor
periodiek gebruik.
De EN-test wordt uitgevoerd met 2 boomstammen, beide met een lengte van 16 cm, doorsnede
ongeveer 7,5 x 7,5 cm geplaatst vanaf de vermiculieten achterplaat naar de richting van de deur.
Het wordt verbrand met de luchtregelaar, ingesteld op max (de bedieningshendel helemaal naar
links geduwd). Na drie minuten wordt de regeling aangepast naar 40% (besturingshefboom iets
minder dan halverwege naar rechts).
Gebruikelijke bijvulinterval
Gebruikelijke bijvulinterval bij nominale capaciteit
Hout: 45 min (1,0 kg)
Lange brandtijd
U bereikt een lange brandduur wanneer u enkele, iets grotere stukken hout brandt (max. 1 kg per
stuk, en altijd 2 stuks). U kan de brandduur verlengen door de lucht verder af te sluiten, wanneer
de vlammen uitdoven. Bij het stoken, aanpassen voor maximale luchttoevoer (bedieningshendel
is volledig naar links geduwd). Wanneer het hout goed brandt, langzaam de luchttoevoer vermin-
deren (bedieningshendel wordt naar rechts geduwd). Wanneer er voortdurend grote, zichtbare
vlammen uit het hout komen, zijn verdere aanpassingen niet meer nodig. Wanneer het hout
ongeveer 20 minuten gebrand heeft en de vlammen niet meer zo actief zijn, kan de luchttoevoer
verder verminderd worden.
Zo ontstaat een optimale verbranding
• Gebruik schoon en droog hout
Vochtig hout heeft een slechte verbranding en veel rook en roet tot gevolg. Bovendien wordt
de warmte gebruikt om het hout te drogen en niet om de ruimte te verwarmen.
• Verstook niet te veel hout tegelijk
Als er vaak en met niet al te veel hout wordt gestookt, is de verbranding optimaal. Als u te
veel brandhout in de kachel legt, duurt het te lang voordat de temperatuur hoog genoeg wordt
voor een goede verbranding.
• Zorg voor voldoende luchttoevoer
Zorg voor voldoende lucht, vooral wanneer u begint te stoken, zodat de temperatuur in de
kachel snel genoeg oploopt. Alleen dan verbranden namelijk de gassen en deeltjes die vrijko-
men tijdens het verbrandingsproces. Deze hechten zich anders in de vorm van roet aan de
schoorsteenwand (waardoor een schoorsteenbrand kan ontstaan) of ze komen onverbrand in
het milieu terecht. Een onjuiste luchttoevoer brengt een slechte verbranding en onvoldoende
rendement met zich mee.
• Laat het vuur 's nachts niet laag branden
We raden u af om 's avonds hout in de kachel te leggen en de luchttoevoer laag te draaien in
een poging om het vuur tot de ochtend smeulend te houden. Als u dat doet stoot de houtoven
grote hoeveelheden schadelijke rook uit en wordt uw schoorsteen aan onnodig veel roet
blootgesteld, wat risico op een schoorsteenbrand oplevert.
16