IN S T A LLA TIE H A N DLE ID IN G
5.14 Plaatsen houtset
Het toestel wordt geleverd met een houtset.
In de afbeeldingen is de kleur niet altijd correct weergegeven.
!Let op
!Let op
Neem de onderstaande instructies in acht ter voorkoming van onveilige situaties:
•
Gebruik uitsluitend de meegeleverde houtset.
•
Plaats de houtset exact volgens de beschrijving.
•
Laat de ionisatie- en ontstekingselectrodes en de ruimte eromheen vrij (zie Bijlage 3, afb. 18 en 19).
•
Voorkom dat het fijne stof van het vermiculiet op de brander terechtkomt.
Plaats de stammen exact volgens omschrijving, omdat anders:
!Let op
•
De hoofdbrander dan niet goed ontsteekt; dit kan tot onveilige situaties leiden.
•
Sneller vervuiling optreedt door roetvorming.
•
Het vlambeeld verstoord wordt.
5.14.1 Houtset
De houtset bestaat uit een aantal stammen (zie Bijlage 3, afb. 11), vermiculiet (zie Bijlage 3, afb. 12), chips
(zie Bijlage 3, afb. 13), gloeimateriaal (zie Bijlage 3, afb. 14) en as (zie Bijlage 3, afb. 15).
Ø
Vul de liggende brander met vermiculiet; verdeel het vermiculiet gelijkmatig (zie Bijlage 3, afb. 16). Het vermiculiet
mag niet hoger komen dan de rand van de brander.
!Tip
Het vlambeeld is te beïnvloeden door het vermiculiet te verplaatsen.
• Het vermiculiet mag niet hoger komen dan de rand van de brander.
!Let op
• Het branderdek moet wel geheel bedekt blijven met vermiculiet om te voorkomen dat de levensduur van de
brander afneemt.
Ø
Identificeer de stammen A t/m K (zie Bijlage 3, afb. 11).
!Tip
• Maak bij de identificatie gebruik van de brandvlekken op de stammen.
• Bij de overzichtfoto bevindt de zijruit zich aan de rechter zijde.
Ø
Plaats stam A over de liggende brander in de positienokken (zie Bijlage 3, afb. 16).
Ø
Plaats stam B links achter stam A in de twee positienokken en op stam A.
Ø
Plaats stam C rechts achter stam A in de positienok en op stam A, zorg dat er 1 centimeter speling zit tussen stam
C en de rechter staande brander (zie Bijlage 3, afb. 17).
Ø
Plaats stam D rechts in de positienok en op stam C.
Ø
Plaats stam E tegen de buis van de rechter staande brander en in de positienok.
Ø
Plaats stammen F en G voor de liggende brander in de positienokken.
Ø
Plaats stam H tegen de buis van de linker staande brander en op de positiebeugel.
Ø
Vul de platen rondom de brander met chips, verdeel de chips gelijkmatig en houd rood gemarkeerde gedeeltes
naast vrij van chips (zie Bijlage 3, afb. 16).
De platen rond de brander zijn voorzien van vierkante gaten, deze gaten zorgen voor luchttoevoer. Leg niet meer
!Let op
dan één laag chips over deze gaten.
!Tip
Plaats chips op de rand van het ruitframe. Voorkom dat er chips onder het ruitframe terecht komen (zie Bijlage 3,
afb. 20).
Ø
Plaats stam I links voor stam A in de positienok en op stam A. Zorg dat er 1 centimeter speling zit tussen stam C en
de linker staande brander (zie Bijlage 3, afb. 17).
Ø
Plaats stam J over de linker staande brander, zorg dat de uitsparing goed over de brander valt.
Ø
Plaats stam K over de rechter staande brander, zorg dat de uitsparing goed over de brander valt.
!TIp
Verdeel het as over de chips en of het gloeimateriaal in losse pukken over de liggende brander.
• Voorkom dat het as op de branders terecht komt.
!Let op
• Leg het gloeimateriaal alleen op de groengemakeerde gedeeltes.
• Laat de ruimtes om zowel de ionisatie als de ontsteking vrij van het gloeimateriaal (zie Bijlage 3, afb. 17).
• Het gloeimateriaal kan de kleur van het vlambeeld beinvloeden
15