Werktuigparameters
1. Druk vanuit het Startscherm op de knop INSTELLINGEN
2. Druk op
.
Machine
3. Druk op
Werktuigparameters
4. Kies uit:
►Sectieconfiguratie – stelt het aantal mondstukken op de boom,
wat de sproeibreedte tijdens de toepassing bepaalt
►Vooraf ingesteld mondstuk – bepaalt opties voor maximaal
vijf (5) typen mondstukken, zoals series, capaciteit,
druklimieten hoog/laag, referentiestroom en referentiedruk
►Regelparameters – bepaalt aanpassingen aan de klepkalibratie,
afstand tussen mondstukken en regelstanden
5. Druk op de pijl TERUG
Machine-scherm.
Afbeelding 14: Werktuigparameters
Sectieconfiguratie
Sectieconfiguratie stelt het aantal mondstukken op de boom in,
wat de sproeibreedte tijdens de toepassing bepaalt.
1. Druk vanuit het Startscherm op de knop INSTELLINGEN
2. Druk op
.
Machine
3. Druk op
Werktuigparameters
4. Druk op
Sectieconfiguratie
5. Druk op de waarde van een instelling om deze zo nodig aan te passen:
◄Sectienummer – bepaalt het huidige sectienummer dat kan worden
gewijzigd. Secties worden van links naar rechts genummerd,
gezien vanuit de voorwaartse richting van de machine.
◄Aantal mondstukken – bepaalt het aantal mondstukken in het
huidige sectienummer
◄Sectie kopiëren – stelt alle tellers van Aantal mondstukken in
op dezelfde waarde voor alle boomsecties, op basis van het
huidige sectienummer
◄Sectiebreedte – toont de breedte voor de huidige sectie
6. Druk op de pijl TERUG
Werktuigparameters.
Radion 8140 automatische sproeiercontrole
.
om terug te keren naar het
.
.
om terug te keren naar het scherm
Aantal mondstukken vaststellen
.
1. Druk vanuit het Startscherm op de knop INSTELLINGEN
2. Druk op
Machine
3. Druk op
Werktuigparameters
4. Druk op
Sectieconfiguratie
5. Selecteer Sectienummer .
6. Stel het aantal mondstukken in voor het geselecteerde
sectienummer.
7. Herhaal de stappen 5 en 6 voor extra sectienummers,
indien beschikbaar.
8. OPTIONEEL: als alle secties hetzelfde aantal mondstukken
hebben, drukt u op
aantal mondstukken in te stellen.
Afbeelding 15: Aantal mondstukken vaststellen
Vooraf ingesteld mondstuk
Vooraf ingesteld mondstuk bepaalt opties voor maximaal vijf (5)
typen mondstukken, zoals capaciteit, druklimiet hoog/laag,
referentiestroom en referentiedruk.
.
NB: instellingen op de schermen 1 en 2 horen bij het huidig
geselecteerde vooraf ingestelde mondstuk.
1. Druk vanuit het Startscherm op de knop INSTELLINGEN
2. Druk op
Machine
3. Druk op
Werktuigparameters
4. Druk op
Vooraf ingesteld mondstuk
5. Druk op de waarde van een instelling om deze zo nodig aan te passen:
◄Vooraf ingesteld mondstuk
(nummer)
◄Serie mondstukken
◄Capaciteit mondstuk
◄Fabrieksinstellingen
6. Druk op de pijl TERUG
Werktuigparameters.
.
.
.
om voor alle secties het huidige
Kopiëren
.
.
.
◄Druklimiet laag
◄Druklimiet hoog
◄Referentiestroom
◄Referentiedruk
om terug te keren naar het scherm
98-01467-NL R4
.
.
7