I N STA L L ATIE H ANDL E ID IN G
5.12 Ruit
De ruit is in een stalen frame gemonteerd. Alleen in geval van scheur of breuk moet de ruit in het stalen frame
worden vervangen. In dit hoofdstuk wordt gesproken over de ruit, dit is inclusief stalen frame.
!Let op
•
Het verwijderen/plaatsen van de ruit moet met twee personen uitgevoerd worden.
•
Voorkom beschadiging bij het verwijderen/plaatsen van de ruiten.
•
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruiten omdat deze inbranden.
5.12.1 Verwijderen ruit
Voor het verwijderen van de ruit volgt u onderstaande stappen (zie Bijlage 3, afb. 7a, 7b en 8):
Ø
Draai de bout (T) in het borgbeugeltje (U) 3 slagen los (zie Bijlage 3, afb. 7a (1)).
Ø
Draai het borgbeugeltje (U) een kwartslag naar links. Hiermee wordt de hendel (X), waarmee de ruit geopend kan
worden, ontgrendeld.
Voorkom te allen tijde dat de ruit naar voren kan vallen!
!Let op
Ø
Trek met de wijsvingers de hendel (X) naar beneden. Druk de ruit aan terwijl de hendel (X) 180° naar rechts
geschoven wordt en houd de ruit vast! Zo wordt voorkomen, dat de ruit naar voren valt en wordt beschadigd (zie
Bijlage 3, afb. 7a (2 en 3)).
Ø
Trek de ruit aan de twee handvatten, die zich aan de linker- en rechterbovenzijde op de omlijsting van de ruit
bevinden, voorzichtig naar voren en laat de ruit vervolgens voorzichtig zakken (zie Bijlage 3, afb. 7b).
•
De volgende acties dienen door 2 personen uitgevoerd te worden.
!Let op
•
Voorkom het torderen van de ruit door de volgende acties gelijktijdig aan de linker- en rechterzijde uit te
voeren.
Ø
Verwijder hierna de ruit voorzichtig met 2 personen uit de onderste ruitgeleiders aan weerszijden van de kachel
(zie Bijlage 3, afb. 8).
5.12.2 Plaatsen ruit
Het plaatsen van de ruit gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen zoals hierboven is beschreven
(zie Bijlage 3, afb. 7a, 7b en 8).
•
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit, omdat deze inbranden.
!Let op
•
Zorg ervoor dat de goot (D) waar de ruit in komt vrij is van bijvoorbeeld chips, vermiculiet, kiezels, parkers of
andere voorwerpen die de ruit kunnen beschadigen bij het sluiten van de kachel.
Neem de volgende aanwijzingen in acht bij het terugplaatsen:
Zorg ervoor dat de nokken, die zich onderaan aan weerszijden van de omlijsting van de ruit bevinden, door 2
!Let op
personen goed in de geleiders onderin de verbrandingskamer komen (zie Bijlage 3, afb. 8)!
Controleer of de 4 "clips" (C) nog goed om de onderkant van de ruit zitten voordat de ruit gesloten wordt om
!Let op
beschadiging aan de ruit te voorkomen.
Druk de ruit eerst op de bovenste hoeken op zijn plek en houd vervolgens de ruit met 1 hand vast voordat de
!Let op
hendel weer naar links wordt geschoven. Anders vallen de nokjes niet over de ruit en zit deze niet goed dicht.
Ø
Draai het borgbeugeltje (U) weer op zijn plek en draai de bout (T) weer aan.
5.13 Afstellen toestel
Het toestel hoeft niet afgesteld te worden in combinatie met het toegepaste afvoersysteem. Wel zijn er
configuraties van afvoersystemen vastgelegd die gebruikt kunnen worden.
Deze configuraties van afvoersystemen voor toepassing met geveldoorvoer en dakdoorvoer staan vermeld in
Bijlage 2, Tabellen 4, 5 en 6.
13