Inhoudsopgave
Advertenties
7.3
Banden oppompen
Luchtpomp met een passende pompnippel / -adapter
f
gebruiken.
Beschermdopje van het ventiel verwijderen.
f
Met een bandenspanningsmeter / een luchtpomp met
f
drukweergave de bandenspanning controleren.
Buitenbanden oppompen / lucht laten ontsnappen om
f
de juiste bandenspanning in te stellen.
Beschermdopje weer op het ventiel aanbrengen.
f
f
Controleren of de onderste ventielmoer goed en stevig
erop is geschroefd. Ventielmoer indien nodig vast-
draaien (met de klok mee).
7.4
Wielen controleren
Buitenbanden controleren. Hierbij erop letten of:
f
– de banden scheuren of beschadigingen vertonen.
– het loopvlak van de band in het juiste bereik gebied
ligt of dat de buitenband al te ver versleten is en
moet worden vernieuwd.
f
Beschadigde / versleten buitenbanden door de
dealer laten vernieuwen.
f
Bandenspanning controleren.
f
Lucht laten ontsnappen of oppompen als de
bandenspanning niet in overeenstemming is met
de specificaties /
niet voor de geplande rit geschikt is.
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING | ADVANCED | 01.2022 | 1002021-01
f
Velgen controleren.
Erop letten of de velgen scheuren of
f
beschadigingen hebben.
f
Afhankelijk van het model hebben velgen
uitsparingen voor het bepalen van de
slijtagegrens. Als dat zo is: Controleren of de
uitsparing op de velg te zien is. Als de uitsparing
niet of nauwelijks zichtbaar is, moet de velg
worden vernieuwd.
Slijtage van carbonvelgen door de dealer laten
f
bepalen.
f
Beschadigde / versleten velgen door de dealer
laten vernieuwen.
f
Spaakspanning controleren.
Telkens twee spaken voorzichtig samendrukken:
f
de spaken moeten even sterk gespannen zijn.
f
Als afzonderlijke spaken loszitten, spaken door
de dealer opnieuw laten spannen.
Wielen
37
www.advanced.tech
Advertenties
Inhoudsopgave
