De volgende schroefgegevens gelden bij gebruik
van een montageplaat (dikte 1 mm) en zelftappende
schroeven voor kunststof:
Bo-
rings-Ø/-diepte
DL 1–3E
Ø 2,7 x 8 mm
DL 1–3E
Ø 3,5 x 8 mm
DL 5–50E
Ø 3 x 16 mm
DL 5–50E
Ø 4,2
➔ Houder, zie de toebehoren.
ø 2,7 x 8
(ø 0.11" x 0.3")
DL 1–3E
ø 3 x 16
(ø 0.12" x 0.6")
ø 4,2
(ø 0.16")
53,7 (2.1")
5,85 (0.2")
61,5 (2.4")
DL 5–50E-1P
2 Slangen aansluiten.
➔ Slangaansluiting Ø 6 mm (0,236").
➔ Max. inlaatdruk p
max.
bereik)
overdruk
onderdruk
schroef-Ø/-
lengte
Ø 3 x 8 mm
Ø 4 x 8 mm
Ø 3,5 x 16 mm
M4
ø 3,5 x 8
(ø 0.14" x 0.3)
64 (2.5")
ø 5,1 x 8
(ø 0.20" x 0.3")
, zie pagina 4 (5.1 Instel-
verschildruk
3.1 Testaansluiting dL 5–50e-1p
1
Op aansluiting 3 kan een meetapparaat aangesloten
of kan de keteldruk opgevraagd worden.
Wanneer aansluiting 3 voor de drukmeting gebruikt
wordt, moet de afsluitdop van 3 naar 1 omgezet
worden.
4 BedRaden
➔ Als de drukschakelaar ooit een spanning van > 24 V
(> 30 V) en een stroom van > 0,1 A bij cos φ = 1
of > 0,05 A bij cos φ = 0,6 geschakeld heeft, is de
gouden laag op de contacten weggebrand. Daarna
kan het apparaat alleen nog maar voor dat vermo-
gen of voor hogere vermogens worden gebruikt.
opgeLeT
– Om ervoor te zorgen dat de DL tijdens bedrijf
niet beschadigd raakt, het schakelvermogen in
acht nemen, zie pagina 5 (8 Technische
gegevens).
Bij kleine schakelvermogens zoals bijvoorbeeld bij 24 V,
8 mA, in silicone- of oliehoudende lucht wordt de inzet
van een RC-element (22 Ω, 1 μF) aanbevolen.
1 Installatie spanningsvrij maken.
➔ Voor de bedrading platte AMP stekkers gebruiken.
2
NL-3
3
C = 1 µF
R = 22 Ω
NO
COM
2
NC
3
1
3
4