Inhoudsopgave
Advertenties
2 geBRuIK ConTRoLeRen
dL 1–50e
Om overdruk, onderdruk of verschildruk voor lucht,
rookgas of andere niet-agressieve gassen te bewaken.
De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen
gewaarborgd – zie pagina 5 (8 Technische gege-
vens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik.
2.1 Typeaanduiding dL 1–50e
dL
1
3
5
10
50
e
Met slangaansluiting, stelschroef
g
-1
El. aansluiting met platte AMP stekkers
p
W
2.2 Typeaanduiding dL 1–50eT
dL
1
Instelbereik 0,08–0,4 "WC (0,2–1 mbar)
3
Instelbereik 0,12–1,2 "WC (0,3–3 mbar)
5
Instelbereik 0,2–2 "WC (0,5–5 mbar)
10
Instelbereik 0,4–4 "WC (1–10 mbar)
50
Instelbereik 1–20 "WC (2,5–50 mbar)
e
Met slangaansluiting, stelschroef
T
-1
El. aansluiting met platte AMP stekkers
2.3 Benamingen onderdelen
1
3
4
1
DL 1–3E
2
DL 5–50E
3
Overdrukaansluiting
4
Onderdrukaansluiting
5
Testaansluiting bij DL 5–50E..P
2.4 Typeplaatje
Made in Germany
DL
Max. inlaatdruk p
= weerstandsdruk, netspanning,
max.
inbouwpositie, schakelpunt p
beschermingswijze: zie typeplaatje.
Luchtdrukschakelaar
Instelbereik 0,2–1 mbar
Instelbereik 0,2–3 mbar
Instelbereik 0,4–5 mbar
Instelbereik 1,0–10 mbar
Instelbereik 2,5–50 mbar
Met goudcontacten
Met testaansluiting
Z-houder
Luchtdrukschakelaar
T product
(UR-goedgekeurd)
2
3
4
5
p
max.
T
IP
U
I
, omgevingstemperatuur,
S
3 InBouWen
opgeLeT
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Laten vallen van het apparaat kan tot perma-
nente beschadiging van het apparaat leiden. In
dat geval het complete apparaat en de
bijbehorende modules voor gebruik vervangen.
– Max. medium- en omgevingstemperatuur in
acht nemen, zie pagina 5 (8 Technische
gegevens).
– Er mag geen condensatie in het apparaat
terechtkomen.
– Aansluitingen voor het binnendringen van
verontreiniging of vocht uit het te meten medium
of uit de omgevingslucht beschermen. Zo nodig
een filter inbouwen.
– Bij een oneffen ondergrond de drukschakelaar
met slechts twee schroeven aan dezelfde kant
op de montageplaat of het luchtkanaal
bevestigen, om spanningen op de drukschake-
laar te voorkomen.
– Siliconenhoudende dampen kunnen de
contactwerking storen. Bij gebruikmaking van
siliconenslangen erop letten dat deze slangen
voldoende getemperd zijn.
– Bij een hoge luchtvochtigheid raden wij een
drukschakelaar met gouden contact aan op
grond van de hogere corrosiebestendigheid.
Een ruststroombewaking is onder moeilijke
gebruikscondities raadzaam.
➔ Inbouwposititie – zie typeplaatje. Bij een andere
inbouwpositie verandert het schakelpunt p
p
= SK
s
DL 1E, DL 3E
DL 5E, DL 10E, DL 50E
➔ Afstelling van het schakelpunt p
plaatje. Bijv. DL 5ET: p
ondersteboven,100 Pa - 18 Pa = 82 Pa.
1 Inbouw van de DL door vastschroeven.
NL-2
S
SK + 18 Pa
SK - 18 Pa
[+ 0,071 "WC]
[- 0,071 "WC]
volgens type-
S
= 100 Pa, inbouwpositie
S
.
Advertenties
Inhoudsopgave
