4 Apparaatomschrijving
4.1 Hardware installatie datalogger
De PCE-WL 1 kan probleemloos aan de wand gemonteerd worden, met behulp van de 4 prefab
gaten.
Om de datalogger te monteren opent u allereerst de behuizing. In elk van de hoeken bevindt zich een
prefab gat, om de datalogger bijvoorbeeld middels 4 schroeven aan de wand te bevestigen.
De verbindingsbalk van de sensoren bevindt zich op het moederbord, en wordt als volgt aangesloten:
Van links naar rechts:
G:
Massa
A2:
Ingang sensor 2
G:
Massa
A1:
Ingang sensor 1
G:
Massa
D:
Ingang windrichtingsensor
D+:
Spanningsverzorging windrichtingsensor
V+:
Pluspool (rood)
G:
Massa (zwart)
De aansluiting van de standaard windsnelheidsensoren geschiedt als volgt:
A1- Kabel met de markering "1"
G- Kabel met de markering "2"
De verwarming van de standaard windsnelheidsensoren geschiedt via een externe netstroomadapter
(24V / 1A / 24 W) via de kabelaansluitingen „3" (+) en „4" (-).
GEBRUIKSAANWIJZING PCE-WL 1
6