Elektronische schakelaar, inbouwmodule
Elektronische schakelaar, inbouwmodule aansluiten en monteren
L
N
Afb. 3: schakeleenheid
Afb. 5: schakeleenheid
2-voudig
Als apparaatbeveiliging is een installatie-automaat max. 16 A geïnstalleerd.
Elektronische schakelaar, inbouwmodule en optionele bijposten conform het aansluitschema
(afb. 3 t/m 6) aansluiten.
Elektronische schakelaar, inbouwmodule in een apparatuurdoos monteren. De aansluitklem-
men moeten daarbij aan de onderkant liggen.
Afdekraam en element plaatsen (zie handleiding van de element).
Voor de elektronische schakelaar, inbouwmodule 2-voudig verdient gebruik van een diepe
apparatuurdoos aanbeveling.
Verlichte mechanische impulsdrukkers moeten over een afzonderlijke N-klem beschikken.
Bewegingsmeldernevenaansluitingen kunnen alleen gebruikt worden wanneer de impuls-
dimmer met een bewegingsmeldelement wordt gebruikt.
Bewegingsmeldernevenaansluitingen zijn niet voor de elektronische schakelaar, inbouw-
module 2-voudig geschikt.
Voor de voeding moet op uitgang 1 van de elektronische schakelaar, inbouwmodule 2-vou-
dig een belasting zijn aangesloten.
6.
Bijlage
6.1 Technische gegevens
Nominale spanning
Netfrequentie
Installatie-automaat
Opgenomen vermogen Stand-By
Beschermingsklasse
Relatieve vochtigheid
(geen condensvorming)
6W-5830
L
N
Afb. 4: schakeleenheid met bijposten
Afb. 6: schakeleenheid 2-voudig met bijposten
4/7
5031
5031
5031
230 V~, + 10 %/-15 %
50/60 Hz
max. 16 A
< 0,3 W
IP20
0 ... 65 %
08-2012