3. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd.
4. Gebruik het treklipje om de beeldschermkabel los te koppelen van de connector op de systeemkaart.
5. Koppel de kabel van de knoopcelbatterij los uit de connector op de systeemkaart.
OPMERKING:
Wanneer u de kabel van de knoopcelbatterij loskoppelt van de connector op de systeemkaart, wordt de CMOS-
instelling gewist.
6. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de USH-kaart los van de connector op de systeemkaart.
7. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de touchpad los van de connector op de systeemkaart.
8. Verwijder de drie schroeven (M2x5) waarmee de beugel van de USB Type-C op de systeemkaart wordt bevestigd.
9. Til de beugel van de USB Type-C weg van de systeemkaart.
10. Verwijder de vier schroeven (M2x5) waarmee de systeemkaart op de palmsteuneenheid en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
11. Til de systeemkaart weg van de palmsteuneenheid en toetsenbordeenheid.
De systeemkaart plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
49