Scherm Label maken
1
2
10
11
16
17
1
Hoofdlettermodus
Geeft aan dat de hoofdlettermodus is ingeschakeld.
2-8 Stijlleidraad
Geeft de huidige instellingen voor lettertype (2), tekengrootte (3),
tekenbreedte (4), tekenstijl (5), lijn (6), kader (7) en uitlijning (8) aan.
9
Lay-outleidraad
Geeft de huidige instellingen aan voor stand, lay-out, verdeeltab,
omgekeerd en herhaalde tekst. Welke items worden weergegeven is
afhankelijk van het geselecteerde labeltype.
10 Bloknummer
Geeft het bloknummer aan.
11 Regelnummer
Geeft het regelnummer binnen de labellay-out aan.
12 Paginaverdeeltab
Geeft het einde van een pagina en het begin van de volgende pagina aan.
13 Blokverdeeltab
Geeft het einde van een blok aan.
14 Enter/Return-symbool
Geeft het einde van een tekstregel aan.
15 Cursor
Geeft de huidige positie voor gegevensinvoer aan. De tekens worden
links van de cursor ingevoerd.
16 Draadloze verbinding
Geeft de huidige status weer van de draadloze verbinding. Zie Draadloze
verbinding in het gedeelte Startscherm.
17 Instelling tablengte
Geeft de instelling weer voor de tablengte.
18 Tapeformaat
Geeft als volgt het tapeformaat voor de ingevoerde tekst aan:
Tapebreedte x labellengte. Als de labellengte is opgegeven, wordt ook
weergegeven rechts naast het tapeformaat.
19 Batterijniveau
Geeft een indicatie van de resterende batterijcapaciteit. Wordt alleen
weergegeven bij gebruik van de li-ionbatterij. Zie Batterijniveau in het
gedeelte Startscherm.
Tape doorvoeren
BELANGRIJK
•
Zorg ervoor dat u tape doorvoert om speling in de tape en het inktlint
te verwijderen na het plaatsen van een tapecassette.
•
Trek niet aan het label als de machine het label door de
tape-uitgang uitwerpt. Als u dit wel doet, loopt het inktlint met de
tape mee naar buiten. Als het inktlint mee naar buiten komt, is de tape
mogelijk niet meer te gebruiken.
•
Blokkeer de tape-uitgang niet tijdens het afdrukken of doorvoeren
van tape. Als u dit wel doet zal de tape vastlopen.
Invoer & Snijden
Met de functie Invoer & Snijden wordt 22,3 mm lege tape doorgevoerd, die
vervolgens wordt afgesneden.
1.
Druk op de knop
(Doorvoeren en afsnijden).
Op het LCD-scherm wordt [Invoeren & Snijden?] weergegeven.
2.
Selecteer [Invoeren & Snijden?] met de toets
vervolgens op OK of Enter. Het bericht [Tape invoeren... Een
ogenblik geduld] wordt weergegeven terwijl de tape wordt
doorgevoerd, vervolgens wordt de tape afgesneden.
OPMERKING
Druk op de toets Esc om deze functie af te sluiten of te annuleren.
Alleen invoeren
Met deze functie wordt de tape ongeveer 22,3 mm doorgevoerd, zodat er een
leeg label uit de tapecassette steekt. Deze handeling wordt aangeraden bij
gebruik van textieltape, omdat deze tape met een schaar moet worden afgeknipt.
1.
Druk op de knop
(Doorvoeren en afsnijden).
Op het LCD-scherm wordt [Invoeren & Snijden?] weergegeven.
2.
Selecteer [Alleen invoeren] met de toets
vervolgens op OK of Enter. Het bericht [Tape invoeren... Een
ogenblik geduld] wordt weergegeven terwijl de tape wordt
doorgevoerd.
3
4 5 6 7 8
9
12
13
14
15
18
19
of
of
en druk
OPMERKING
Druk op de toets Esc om deze functie af te sluiten of te annuleren.
Taal en eenheid instellen
Taal
1.
Selecteer [Settings] (Instellingen) op het startscherm met de toets
,
2.
Selecteer [
vervolgens op OK of Enter.
3.
Selecteer een taal voor de menu-opdrachten en berichten op het
LCD-scherm met behulp van de toets
U kunt kiezen uit de volgende talen: [Čeština], [Dansk], [Deutsch],
[English], [Español], [Français], [Hrvatski], [Italiano],
[Magyar], [Nederlands], [Norsk], [Polski], [Português],
[Português(Brasil)], [Română], [Slovenski], [Slovenský],
[Suomi], [Svenska], en [Türkçe].
4.
Druk op OK of Enter.
OPMERKING
Druk op de knop Esc om terug te keren naar de vorige stap.
Eenheid
1.
Selecteer [Instellingen] op het startscherm met de toets
of
2.
Selecteer [Eenheid] met de toets
Enter.
3.
Selecteer met behulp van de toets
afmetingen die op het LCD-scherm worden weergegeven. U kunt
kiezen uit [inch] of [mm].
4.
Druk op OK of Enter.
OPMERKING
De standaardinstelling is [mm].
Druk op de knop Esc om terug te keren naar de vorige stap.
De LCD-instellingen aanpassen
LCD-contrast
U kunt het contrast van het LCD-scherm instellen op een van vijf niveaus
(+2, +1, 0, -1, -2) om de weergave op het scherm beter leesbaar te maken.
De standaardinstelling is "0".
1.
Selecteer [Instellingen] op het startscherm met de toets
of
2.
Selecteer [LCD-contrast] met de toets
OK of Enter.
3.
Selecteer de instelling met de toets
of Enter.
OPMERKING
•
Druk op de knop Esc om terug te keren naar de vorige stap.
•
Als u op het scherm met de contrastinstellingen op de toets Spatie
drukt, wordt het contrast ingesteld op de standaardwaarde "0".
Achtergrondverlichting
U kunt de achtergrondverlichting instellen op "Aan" of "Uit".
en druk
Het scherm is makkelijker af te lezen met de achtergrondverlichting aan.
De standaardinstelling is "Aan".
1.
Selecteer [Instellingen] op het startscherm met de toets
of
2.
Selecteer [Achterg. verlicht.] met de toets
vervolgens op OK of Enter.
3.
Selecteer [Aan] of [Uit] met de toets
of Enter.
OPMERKING
•
U kunt energie besparen door de achtergrondverlichting uit te
schakelen.
•
De achtergrondverlichting wordt automatisch uitgeschakeld. Druk op
een willekeurige toets om de achtergrondverlichting weer in te
schakelen.
Tijdens afdrukken is de achtergrondverlichting uitgeschakeld.
De achtergrondverlichting wordt ingeschakeld tijdens gegevensoverdracht.
of
en druk vervolgens op OK of Enter.
Language] (Taal) met de toets
en druk vervolgens op OK of Enter.
of
of
en druk vervolgens op OK of Enter.
en druk vervolgens op OK of Enter.
of
en druk
of de
.
,
,
en druk vervolgens op OK of
een eenheid voor de
,
,
of
en druk vervolgens op
of
en druk vervolgens op OK
,
,
of
, en druk
of
en druk vervolgens op OK
,