Functie
Beeldmodus
Referentiemo-
dus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Brilliant Color
Kleurtemper-
atuur
Kleurtemp. fijn
afstellen
3D-
kleurbeheer
Beeldinstelling
herstellen
Snel
automatisch
zoeken
Kleurruimte-
conversie
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie
beeldmodus selecteren" op pagina 29
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis
van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie
1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 29
Past de helderheid van het beeld aan. Zie
op pagina 30
voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen van Contrast" op pagina 30
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie
op pagina 30
voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video- of Component
videosignaal is geselecteerd.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie
"Aanpassen van Tint" op pagina 30
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of S-videosignaal is
geselecteerd en de systeemindeling NTSC is.
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie
Scherpte" op pagina 30
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video- of Component
videosignaal is geselecteerd.
Zie
"Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 30
Zie
"Een Kleurtemperatuur selecteren" op pagina 30
Zie
"Een kleurtemperatuur als voorkeur instellen" op pagina 31
details.
Zie
"3D-kleurbeheer" op pagina 31
Zie
"Huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen" op pagina 32
details.
Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 25
Zie
"De Kleurruimte veranderen" op pagina 26
Beschrijving
voor details.
"Aanpassen van Helderheid"
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
"Een
"De Gebruikersmodus
voor details.
"Aanpassen van Kleur"
"Aanpassen van
voor details.
voor details.
voor
voor
voor details.
voor details.
Bediening
43