5. Druk op de opwindknop en wind de slang voorzichtig
op de haspel. Beweeg hierbij de slang van de ene naar
de andere kant om de slang gelijkmatig te verdelen over
de breedte van de haspel.
VOORZICHTIG
Handen, losse kleding, lang haar en sieraden
kunnen tijdens het opwinden worden
gegrepen door de slang en de haspel. Dit kan
letsel veroorzaken.
• Houd u handen tijdens het opwinden uit
de buurt van de haspel en de slang.
• Draag geen losse kleding of sieraden en
bind lang haar op.
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
Hydraulische vloeistof die onder druk staat, kan
door de huid heen dringen en letsel veroorzaken.
• Houd uw lichaam en handen uit de buurt van
spuitdoppen waaruit onder hoge druk vloeistof
ontsnapt.
• Richt de spuitmachine nooit op mensen of
dieren.
• Controleer of alle vloeistofslangen en leidingen
in goede staat verkeren en alle aansluitingen en
verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u
druk zet op het systeem.
• U kunt lekken opsporen met behulp van karton
of papier.
• Voer alle druk in het systeem veilig af voordat u
hieraan werkzaamheden gaat verrichten.
• Waarschuw onmiddellijk een arts als er
hydraulische vloeistof is geïnjecteerd in de huid.
• Hete vloeistoffen en chemicaliën kunnen
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Belangrijk: U moet de spuitmachine altijd onmiddellijk
na elk gebruik leeg laten lopen en reinigen. Indien u
dit nalaat, kan dit tot gevolg hebben dat de chemische
stoffen uitdrogen of dik worden in de leidingen,
waardoor de pomp en andere onderdelen verstopt raken.
Reinig het spuitsysteem na elke spuitbeurt. Om het
spuitsysteem goed te reinigen, moet u als volgt te werk gaan:
•
Spoel het systeem 3 keer om.
•
Gebruik minimaal 190 liter per spoelbeurt.
•
Gebruik de reinigings- en neutraliseermiddelen die
worden aanbevolen door de fabrikanten van de chemische
stoffen.
•
Gebruik zuiver, schoon water (zonder reinigings- en
neutraliseermiddelen) voor de laatste spoelbeurt.
Van spuitboommodus op
handmatige spuitmodus
zetten
1. Breng de machine tot stilstand, schakel de spuitbomen
uit en stel de parkeerrem in werking.
9