I
Installatie rapport
Activiteit
Paraaf
Controleer de behuizing op beschadigingen.
Controleer de kitnaden op scheuren.
Controleer of de deuren en luiken gesloten zijn voor opstarten.
Controleer of de aarding volgens voorschriften is aangelegd.
Controleer of de batterij(en) goed zijn aangesloten.
Controleer of de batterij(en) niet lekken.
Controleer de vorstthermostaat op een goede werking (indien
aanwezig).
Controleer de lamellen van de druppelvangers (niet verschoven).
Controleer of de sifon(s) goed aangesloten en open zijn.
Controleer of er geen obstakels of losliggende voorwerpen in de unit
liggen.
Controleer de aansluitingen van de werkschakelaar.
Controleer het slot van de werkschakelaar.
Controleer het koelvloeistof systeem van de DX-batterij en inverter op
lekkages.
NL - 17