Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omkeerbare Warmtepomp Voor Verwarming En Koeling - SystemAir Geniox Gebruikershandleiding

Warmtepompsysteem geïntegreerd in de luchtbehandelingskasten
Inhoudsopgave

Advertenties

2

| Omkeerbare warmtepomp voor verwarming en koeling

2
Omkeerbare warmtepomp voor verwarming en koeling
Voor de luchtbehandelingskast met warmtepomp is er een apart deel in de luchtbehandelingskast, dat een volledig ge-
ïntegreerd, stand-alone omkeerbaar warmtepompsysteem (verwarming en koeling) bevat. Het systeem werd vooraf-
gaand aan de levering getest en geoptimaliseerd. Alle koelvloeistofcomponenten zijn volledig in de kast ingebouwd. De
koelvloeistof wordt direct in de geïntegreerde batterij verdampt en gecondenseerd, en de capaciteit wordt automatisch
en traploos geregeld tussen 5 en 100%.
Het system wordt geleverd met koelvloeistof R-410a in het circuit. Het geïntegreerde regelsysteem regelt alle veilig-
heidsfuncties, de capaciteitsregeling van de digitale scroll compressor en het aan- en uit schakelen van de compressor
in de DV 20 – DV 80 kasten. Het systeem genereert precies de door de hoofdluchtbehandelingskast gevraagde capaci-
teit via een 0-10V DC regelsignaal.
Wanneer er vraag voor verwarming of koeling optreedt, stuurt de hoofdluchtbehandelingskast een startsignaal voor
verwarming of koeling en een startsignaal. De capaciteit wordt geregeld door het 0-10V DC signaal (X5:10-11) aange-
sloten op de interne regelaar in de warmtepomp. Wanneer het signaal 1,6 V DC overschrijdt, start de digitale compres-
sor. Na het opstarten wordt de capaciteit geregeld tussen 5 en 50% door de digitale scroll compressor, C1 en Q1,
getoond in de onderstaande afbeelding. Wanneer er meer dan 50% van de capaciteit wordt gevraagd (regelsignaal
overschrijdt 5,0 V DC), zal de tweede compressor C2 opstarten. De capaciteit van de digitale compressor wordt daarna
verminderd en zal, bij een toenemende vraag, geleidelijk toenemen tot 100% capaciteit. De omgekeerde volgorde
wordt geactiveerd door een afnemende vraag tot 5%. Onder 5% zal het systeem met een minimum capaciteit werken
tot het startsignaal uitgezet is.
Een allesomvattende regelfunctie is geïntegreerd in het interne regelsysteem. Dit voorkomt dat de machine in werking
wordt gesteld onder onveilige omstandigheden van een van de componenten. Signalen van de hoge en lage druktrans-
mitters, P6 en P7, dragen informatie bij om maximale prestaties te leveren zonder dat de ingestelde waarde wordt
overschreden. Dit voorkomt dat de veiligheidsschakelaars voor HP en LP (hoge en lage druk), HP1 en P5 de koeling of
verwarming stopzetten. Dit systeem zorgt voor een maximale prestatie met de bestaande luchtstroming en tempera-
tuur van de buitenlucht en afvoerlucht.
Het systeem omvat 2 elektronische expansieventielen. Een voor verwarming - Q3, en een voor koeling - Q2. Super
Heat wordt geregeld door de ingebouwde regelaar. De SH regeling is gebaseerd op de verdampingsdruk gemeten door
de LP transmitter, P7 en de temperatuursensor, R110 op de afzuigleiding. Dit zorgt voor een zeer nauwkeurig en effici-
ënt systeem onder allerlei gebruiksomstandigheden.
Een 4-wegventiel Q1 schakelt de functie van het systeem tussen verwarming en koeling.
De verdamper (condenser in de koelingmodus) van de warmtepomp is gepositioneerd in de afvoerluchtstroming
stroomafwaarts van de roterende warmtewisselaar. Hierdoor kan de warmtewisselaar in zowel de verwarmings- als
koelingsmodus gebruikt worden voor het terugwinnen van energie. Dit zal het energieverbruik van het compressorsys-
teem verminderen.
Er is een verwarmingselement onder de verdamper in de lekbak geplaatst om het afzetten van ijs tijdens het verwar-
men te voorkomen.
Tijdens het verwarmen bij een lage buitenluchttemperatuur, dient de verdamper in de afvoerlucht ontdooit te worden.
Het geïntegreerde regelsysteem bevat een geavanceerde softwarefunctie voor de detectie van ijs op de batterij. Dit is
gebaseerd op de verdampingstemperatuur en tijd. Hoe minder energie de afvoerlucht stroomafwaarts van de wisselaar
bevat, hoe sneller er ijs afgezet wordt. De interval tussen het ontdooien is dynamisch gebaseerd op de tijd benodigd
voor het doorlopen van de ontdooifase. Wanneer er een bepaalde hoeveelheid ijs afgezet is, zal de ontdooifase gestart
worden. Tijdens deze fase zal het koelsysteem omschakelen om energie naar de batterij in de afvoerlucht te brengen
om het ijs te ontdooien. Wanneer het regelsysteem bepaald dat het ijs verdwenen is, zal het systeem weer gaan ver-
warmen. Detectie is gebaseerd op de verdampingstemperatuur/tijd en de temperatuur/tijd van de sensor geïnstalleerd
bij de batterij in de afvoerlucht, R114. Deze fase verloopt snel en efficiënt. Standaard instellingen voor deze functies
zullen normaal gesproken een optimum relatie geven tussen de interval voor ontdooien en de ontdooitijd. Er zijn een
aantal instellingen beschikbaar om deze functies aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen, indien dit nodig
blijkt. Zie de menubeschrijvingen. Deze gebruiksaanwijzing is alleen bestemd voor gekwalificeerd en ervaren
personeel.
output | 1.01.15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

DvTime

Inhoudsopgave