Inhoudsopgave
Advertenties
Vacumeerapparaat F-110
Problemen en oplossingen
Het vacumeerapparaat gaat niet aan
Controleer of het apparaat is aangesloten op een geaard stopcontact, zoals voorgeschreven. Con-
troleer het stroomsnoer op beschadigingen. Gebruik het apparaat niet als het stroomsnoer be-
schadigd is!
Het vacumeerapparaat produceert geen compleet vacuüm in de zak.
Gebruik de zijlaszakken met structuur van ALLPAX. Vanwege hun gladde oppervlak en het materi-
aal waarvan ze zijn gemaakt (alleen PE), zijn zogeheten „vrieszakken" niet geschikt als vacuümver-
pakkingen. Om het vacumeren en verzegelen te laten slagen, moet de open zijde van de zak op de
sealbalk liggen. Zorg dat de opening van de zak binnen de kamer ligt en dat het folie geen kreuken
vertoont op de sealbalk. Gebruikt u vacuümrollen voor het verpakken, zorg dan dat er geen open
plekken in beide sealnaaden zitten.
Het vacumeerapparaat en de vacuümzak moeten schoon, droog en stofvrij zijn, om het verpakkings-
proces probleemloos te laten verlopen. Veeg het oppervlak van de lasrand, en zo nodig de binnen-
kant van de zak, schoon en probeer het opnieuw.
Zak verliest vacuüm na het verzegelen
Scherpe voorwerpen kunnen door de zak heen prikken en minuscule gaatjes in de zak veroorzaken.
Om dat te voorkomen, kunt u de scherpe hoeken met een papieren doek of met een stuk van een
vacuümzak afdekken; maak zo nodig gebruik van ALLPAX inlegborden.
Geen foutloze sealnaad
Veroorzaakt door vouwen: zorg dat het draagvlak glad is en/of verhoog de verzegelingstemperatuur
Veroorzaakt door vochtigheid: veeg de zak van binnen droog en breng zo nodig een tweede seal-
naad aan.
De vacuümzakken gaan bol staan
Sommige vrucht- en groentesoorten kunnen onder vacuüm gassen afgeven, wanneer ze niet volle-
dig geblancheerd of ingevroren zijn. De vacuümzak zit dan nog wel dicht, maar gaat bol staan. Open
de zak. Als u de indruk heeft dat het product al begint te bederven, kunt u beter het zekere voor het
onzekere nemen en het voedsel niet meer eten, maar weggooien.
Het vacumeerapparaat produceert geen vacuüm in vacuümdozen
De slang is mogelijk niet juist aangesloten.
Zorg dat de slang volledig in de deksel van de doos en in de accessoire-aansluiting van het ap-
paraat is gestoken. Zorg dat de deksel van de doos is ingesteld op „Vacuum".
Laat voldoende ruimte vrij tussen het voedsel en de deksel van de doos.
Dozen mogen maximaal 3/4 worden gevuld.Controleer de deksel, het ventiel en de doos regelma-
tig op beschadigingen.Door onjuiste behandeling of slijtage kan het gebeuren dat er haarscheurtjes
ontstaan in de wanden van de doos. Als dit gebeurt, is de doos niet meer luchtdicht en kan deze
niet meer veilig gebruikt worden als vacuümdoos. De doos dient dan weggegooid te worden.
Draai het ventiel er zo nodig helemaal uit en controleer of er zich vreemde voorwerpen, kruimels
of dergelijke op de sluiting bevinden. Maak het ventiel met een zachte borstel en stromend water
schoon.
In zeer zeldzame gevallen kan dit resulteren in een programmafout, waardoor het apparaat mogelijk
niet meer naar behoren werkt. Haal dan de stekker van het apparaat uit het stopcontact en sluit het
vervolgens opnieuw aan.
11
Advertenties
Inhoudsopgave
