een verbinding met het netwerk tot stand gebracht. Uw apparaat evalueert tevens de
stabiliteit van wifinetwerken en schakelt over op mobiele data als het wifisignaal slecht is.
Merk op dat u hierdoor extra kosten kunt oplopen.
1
Ga naar
Instellingen > Wifi.
2
Ga naar
> Wifi+ en schakel Wifi+ in of uit.
Bluetooth
Grondbeginselen van Bluetooth
U kunt uw apparaat aansluiten op Bluetooth-headsets, -luidsprekers en -carkits. U kunt
Bluetooth ook gebruiken om gegevens tussen uw apparaat en andere apparaten te delen.
Zorg dat uw apparaat zich binnen 10 meter van andere Bluetooth-apparaten bevindt.
Bluetooth in- of uitschakelen
U kunt Bluetooth in- of uitschakelen op een van de volgende manieren:
Veeg vanaf de statusbalk omlaag om het meldingenpaneel te openen en tik vervolgens op
•
om Bluetooth in of uit te schakelen. Houd de schakelaar aangetikt om het scherm
met de Bluetooth-instellingen te openen.
Ga naar
Instellingen > Bluetooth en schakel vervolgens Bluetooth in of uit.
•
Een Bluetooth-naam instellen
Stel een Bluetooth-naam voor uw apparaat in om het tijdens de aansluiting gemakkelijk te
kunnen herkennen.
1
Op het scherm met de Bluetooth-instellingen zet u de schakelaar Bluetooth aan.
2
Tik op Apparaatnaam, voer een naam in en tik dan op OK.
Koppelen met een Bluetooth-apparaat
1
Schakel Bluetooth op het doelapparaat in en stel dit in op detecteerbaar. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van het apparaat voor gedetailleerde instructies.
2
Op uw apparaat opent u het scherm met de Bluetooth-instellingen en schakelt u
Bluetooth in, zodat uw apparaat automatisch zoekt naar Bluetooth-apparaten in de
buurt.
3
In de lijst met Beschikbare apparaten selecteert u het apparaat waarmee u uw apparaat
wilt koppelen en volgt u de instructies op het scherm om het koppelen te voltooien.
Op het scherm met de Bluetooth-instellingen tikt u op
aansluiten van verschillende Bluetooth-apparaten.
om tips te bekijken over het
Instellingen
64