Inhoudsopgave
Advertenties
e_kb490.book Page 130 Tuesday, August 18, 2009 3:07 PM
3
Selecteer O of P met de
vierwegbesturing (45).
Momentcontrole wordt
O
weergegeven.
Momentcontrole wordt
P
niet weergegeven.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
3
Momentcontrole 1p.77
Als Knipperdetectie actief was tijdens het maken van de opname, wordt
tijdens Momentcontrole gedurende 3 seconden het bericht [Gesloten
ogen gedetecteerd] weergegeven.
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Scherpte] met de vierwegbesturing (23).
3
Verander het scherpteniveau met
de vierwegbesturing (45).
F Zacht
G Normaal
H Scherp
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Als u de instelling van de functie [Scherpte] vaak wijzigt, kunt u tijd
besparen door deze functie toe te wijzen aan de knop Snelinstelling
(p.133).
130
Opnemen
3/4
Momentcontrole
Geheugen
Snelinstelling
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
Einde
MENU
Opnemen
3/4
Momentcontrole
Geheugen
Snelinstelling
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
Einde
MENU
Advertenties
Inhoudsopgave
