e_kb490.book Page 118 Tuesday, August 18, 2009 3:07 PM
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
• In de standen C (Video), V (Onderwatervideo), en N (Beeld
inkadering) kan het AF-veld niet worden ingesteld op W.
• In de standen 9 (Snelinstelling) en b (Autom. opname) is het
AF-veld vast ingesteld op J.
• Als u de instelling van het AF-veld vaak wijzigt, kunt u tijd besparen
3
door deze functie toe te wijzen aan de knop Snelinstelling (p.133).
De opnameresolutie selecteren
Voor foto's kunt u kiezen uit acht instellingen voor opnamepixels.
Hoe groter de resolutie, des te scherper de details wanneer u de
opname afdrukt. Omdat de kwaliteit van de afgedrukte opname ook
afhangt van de opnamekwaliteit, de belichtingsregeling, de resolutie van
de printer en andere factoren, hoeft u niet meer dan het benodigde
aantal opnamepixels te selecteren. h is afdoende voor het maken van
afdrukken op ansichtkaartformaat. Hoe groter het aantal pixels, hoe
groter de opname en daarmee ook het bestand.
118