Houd er rekening mee dat een rode kabel of een kabel met positief label niet daadwerkelijk betekent dat de
kabel inderdaad een positieve kabel is. Er kan een fout zijn gemaakt in de bedrading of labels tijdens de
installatie van de zonnelader.
De zonnelader is niet beschermd tegen omgekeerde accupolariteit en eventuele schade die hierdoor ontstaat valt niet onder de
garantie.
Omgekeerde accupolariteit kan in zeldzame gevallen gepaard gaan met een gesprongen accuzekering (die zich in de accukabel
bevindt). Maar in de meeste gevallen zal de ultrasnelle interne zekering in de zonnelader springen om een goede faalveilige
situatie te garanderen. Deze interne zekering zal meestal springen voordat de externe zekering springt. De interne zekering
bevindt zich in een niet-bereikbare zone van de zonnelader. Deze zekering kan niet worden vervangen of gerepareerd. Deze
zekering zal alleen springen bij een interne storing, en het vervangen van de zekering zal de interne storing niet verhelpen.
Controleer altijd de accupolariteit voordat u de accudraden weer op de zonnelader aansluit.
9.2.2. Omgekeerde PV-polariteit
In het geval van omgekeerd PV-voltage zal de zonnelader geen fout aangeven. De enige manier om dat te zien is door de
volgende tekens:
• De controller laadt de accu's niet op.
• De controller wordt warm.
• Het PV-voltage is zeer laag of nul volt.
Als dit het geval is, controleer dan op omgekeerde polariteit door ervoor te zorgen dat de positieve PV-kabel is aangesloten op de
positieve PV-klem en de negatieve kabel is aangesloten op de negatieve klem.
9.2.3. Accu vol
Zodra de accu vol is, stopt de zonnelader met opladen of vermindert de laadstroom aanzienlijk.
Dit is vooral het geval wanneer de DC-belastingen in het systeem tegelijkertijd geen stroom van de accu verbruiken.
Om erachter te komen wat de laadstatus (SoC) van de accu is, kijk op de accubewaker (indien aanwezig), of kijk in welke
laadfase de controller zich bevindt. Merk ook op dat de zonnecyclus (kort) door deze laadfases heen gaat aan het begin van de
dagelijkse oplaadcyclus:
• Bulkfase: 0 - 80 % SoC
• Absorptiefase 80 - 100 % SoC
• Float- of opslagfase: 100 % SoC.
Houd er rekening mee dat het ook mogelijk kan zijn dat de zonnelader denkt dat de accu vol is, terwijl de accu in werkelijkheid
niet vol is. Dit kan gebeuren wanneer de laadvoltages te laag zijn ingesteld, waardoor de zonnelader voortijdig overschakelt naar
de absorptie- of float-fase.
9.2.4. Externe klem ontbreekt, is losgekoppeld of externe besturing is actief
Over het algemeen moeten zowel de externe besturingsconnector als de draadlus aanwezig zijn om de controller te laten werken.
In sommige geavanceerde systemen kan het zijn dat de externe aan / uit-connector is aangesloten op een extern apparaat, een
schakelaar, een relais of een ander type externe bediening, zoals een accu BMS-systeem.
Er zijn verschillende manieren om te activeren via externe aan / uit: Gebruik modi van het aan-uit systeem:
• AAN wanneer de L- en H-klemmen met elkaar zijn verbonden via een schakelaar of relaiscontact
• AAN wanneer de L-terminal is verbonden met de accu minpool (VL < 3,5 V)
• AAN wanneer de H-klem hoog is (2,9 V < VH < Vbat)
Pagina 45
MPPT zonnelader handleiding
Externe connector met draadlus
Probleemoplossing en ondersteuning