Inhoudsopgave
Advertenties
Het VE.Smart-netwerk kan worden gebruikt voor:
• Temperatuurmeting - de gemeten accutemperatuur wordt gebruikt door de laders in het netwerk voor
temperatuurgecompenseerd laden en in het geval van een lithiumaccu voor het uitschakelen bij lage temperatuur.
• Accuvoltagedetectie - het gemeten accuvoltage wordt door de laders in het netwerk gebruikt om het laadvoltage te
compenseren mocht er een spanningsval over de accukabels zijn.
• Stroomdetectie - De gemeten accustroom wordt gebruikt door de lader, zodat deze de exacte staartstroom weet waarop de
absorptiefase moet eindigen en de float (of egalisatie) fase moet beginnen. Voor het meten van de laadstroom worden alle
laadstromen van alle laders gecombineerd, of als een accubewaker deel uitmaakt van het netwerk wordt de daadwerkelijke
accustroom gebruikt.
• Gesynchroniseerd laden - Alle laders in het netwerk werken alsof ze één grote lader zijn. Een van de laders in het netwerk
krijgt de rol van master en de master dicteert het laadalgoritme dat de andere laders zullen gebruiken. Alle laders volgen
hetzelfde laadalgoritme en dezelfde laadfasen. De master wordt willekeurig gekozen (niet door de gebruiker in te stellen), dus
het is belangrijk dat alle laders dezelfde instellingen gebruiken. Tijdens gesynchroniseerd laden laadt elke lader op tot zijn
eigen maximale laadstroominstelling (het is niet mogelijk om een maximale stroom in te stellen voor het hele netwerk). Voor
meer informatie zie
Gesynchroniseerd opladen - meer
Deze video introduceert de Smart Battery Sense en sommige functies van het VE.Smart-netwerk:
https://www.youtube.com/embed/v62wCfXaWXY
5.5.1. VE.Smart-netwerk instellen
VE.Smart-netwerk ontwerpopmerkingen:
Er kan maar één product in het netwerk zijn dat het accuvoltage en / of accutemperatuur doorgeeft. Het is niet mogelijk om een
accumonitor samen met een Smart Battery Sense of meerdere van deze apparaten te gebruiken.
Om het netwerk te laten werken, moeten alle netwerkapparaten zich binnen de Bluetooth-transmissieafstand bevinden.
Er kunnen maximaal 10 apparaten worden aangesloten op een VE.Smart-netwerk.
Sommige oudere apparaten ondersteunen mogelijk geen VE.Smart-netwerken. Zie voor meer informatie:
Het instellen van het netwerk
Stel bij het opzetten van het netwerk eerst de Smart Battery Sense of accumonitor in en voeg vervolgens een of meer
zonneladers of AC-laders toe aan het netwerk.
Alle zonneladers en AC-laders moeten dezelfde laadinstellingen hebben. De eenvoudigste manier om dit te doen, is door een
vooraf ingesteld accutype of een opgeslagen gebruiker gedefinieerd accutype te gebruiken. Er wordt een waarschuwing # 66
weergegeven als er een verschil is tussen de laadinstellingen van de apparaten.
Om een netwerk in te stellen:
• Open de VictronConnect-app.
• Selecteer een van de apparaten die onderdeel moeten worden van het nieuwe VE.Direct-netwerk.
• Navigeer naar de instellingenpagina door op het tandwielsymbool
• Klik op "VE.Smart-netwerken".
• Klik op "creëer netwerk".
• Geef een naam in voor het nieuwe netwerk.
• Klik "opslaan".
• Wacht op bevestiging dat het netwerk is ingesteld en druk op "Oké".
• Als er meer apparaten aan dit netwerk moeten worden toegevoegd, ga naar de volgende paragraaf en voeg meerdere
apparaten aan het netwerk toe.
Om een ander apparaat aan te sluiten op een bestaand netwerk:
• Open de VictronConnect-app. Selecteer het apparaat dat deel uit moet gaan maken van een VE.Direct-netwerk.
• Navigeer naar de instellingenpagina door op het tandwielsymbool
• Klik op "VE.Smart-netwerken".
• Klik op "voeg toe aan bestaand".
• Selecteer het netwerk waarmee het apparaat moet worden verbonden.
• Wacht op bevestiging dat het netwerk is ingesteld en druk op "Oké".
• Herhaal bovenstaande stappen indien meer apparaten aan het netwerk toegevoegd moeten worden.
Om een netwerk te verlaten:
• Open de VictronConnect-app.
• Selecteer een apparaat dat moet worden verwijderd uit het VE.Direct-netwerk.
• Navigeer naar de instellingenpagina door op het tandwielsymbool
Pagina 33
MPPT zonnelader handleiding
informatie.
te klikken.
te klikken.
te klikken.
Beperkingen
.
Configuratie en instellingen
Advertenties
Inhoudsopgave
