Installatiehandleiding
MMI-20062347
4
Bedrading
4.1
Klemmen en bedradingsvereisten
Er zijn drie paar bedradingsklemmen beschikbaar voor transmitteruitgangen. Deze
uitgangen zijn afhankelijk van de bestelde transmitteruitgangsoptie. De uitgangen
Analoog (Analog - mA), Tijdsperiodesignaal (Time Period Signal - TPS) en Discreet
(Discrete - DO) hebben externe voeding nodig en moeten worden aangesloten op een
onafhankelijke 24 VDC-voeding.
Voor meters die worden aangesloten op een 2700 fieldbus transmitter op afstand, moet
de meter worden aangesloten op de 2700-transmitter op afstand met behulp van een 4-
aderige kabelaansluiting. Raadpleeg de inhoud over processorbedrading in deze
handleiding voor informatie over het aansluiten van de meter.
De schroefconnectors voor elke uitgangsterminal accepteren een maximale
draaddiameter van 2,08 mm².
Belangrijk
•
De vereisten voor de uitgangsbedrading zijn afhankelijk van het feit of de meter in een
veilige omgeving of in een explosiegevaarlijke omgeving wordt geïnstalleerd. Het is uw
verantwoordelijkheid om te controleren of deze installatie voldoet aan alle bedrijfs- en
overheidsveiligheidseisen en elektrische richtlijnen.
•
Als u de meter wilt configureren om een extern temperatuur- of drukapparaat te
pollen, moet u de mA-uitgang bedraden om HART-communicatie te ondersteunen. U
kunt HART/mA-bedrading met enkele lus of HART multi-dropbedrading gebruiken.
Tabel 4-1: Transmitteruitgangen
Transmitterversie
Analoog
Discreet (Discrete)
Processor voor 2700-veldbus op
afstand
Installatiehandleiding
Uitgangskanalen
A
B
4–20 mA + HART
4–20 mA
4–20 mA + HART
Discrete uitgang
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld
Bedrading
Juni 2016
C
Modbus/RS-485
Modbus/RS-485
Modbus/RS-485
33