Mavic 2 Enterprise-serie Gebruikershandleiding
Testvlucht
Procedures voor opstijgen/landen
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de statusindicator van de drone naar u toe
gericht.
2. Schakel de drone en de afstandsbediening in.
3. Open DJI Pilot en ga naar de cameraweergave.
4. Wacht tot de statusindicator van de drone groen knippert. Dit geeft aan dat de thuisbasis is
geregistreerd en het nu veilig is om te vliegen.
5. Duw de linkerjoystick langzaam omhoog om op te stijgen.
6. Om de drone te landen, laat u de drone boven een vlakke ondergrond stilhangen en trekt u de
linkerjoystick voorzichtig omlaag.
7. Houd de gashendel na het landen in de laagste stand totdat de motoren stoppen.
8. Schakel eerst de Intelligent Flight Battery uit en daarna de afstandsbediening.
Video met suggesties/tips
1. De checklist ter voorbereiding van de vlucht is opgesteld om u te helpen de drone veilig te laten
vliegen en ervoor te zorgen dat u video-opnamen kunt maken tijdens de vlucht. Doorloop vóór elke
vlucht de volledige checklist ter voorbereiding van de vlucht.
2. Selecteer in DJI Pilot de gewenste bedrijfsstand voor de gimbal.
3. Maak alleen video-opnamen als u vliegt in de P-stand of T-stand.
4. Laat de drone NIET in slechte weersomstandigheden vliegen, zoals wanneer het regent of winderig is.
5. Kies camera-instellingen die zijn afgestemd op uw behoefte. Denk hierbij aan instellingen voor het
fotoformaat en de belichtingscompensatie.
6. Voer vliegtests uit om vliegroutes vast te stellen en vooraf scènes te bekijken.
7. Duw zachtjes tegen de joysticks om de beweging van de drone vloeiend en stabiel te houden.
©
59
2020 DJI Alle rechten voorbehouden.