Montage
Elektrische aansluitingen
Voelers monteren
In functie van de hydraulica en het type
ketel dienen er volgende voelers aan-
gesloten worden:
Vertrekvoeler VF/B1, B12
plaatsing: minstens 50cm boven de
•
CV pomp op het de vertrekleiding na
de mengkraan.
Verbinding met ketel of warmtepomp
Wordt de wandmodule LOGON B ge-
bruikt als uitbreidingsmodule voor een
bestaande LOGON B regelaar in een
ketel of een warmtepomp. Op dat ogen-
blik is het nodig om een LPB bus ver-
binding te maken tussen beiden rege-
laars via de klemmen MB en DB
Verbinding met LMU regelaar
Wordt de wandmodule LOGON B ge-
bruikt als uitbreidingsmodule voor een
bestaande LMU regelaar, dan is een
clip-in OCI420 nodig. Deze wordt mbv
de flat kabel op X40 of X50 van de
LMU aangesloten.
Om een verbinding te maken tussen
beide moeten de klemmen MB en DB
met elkaar verbonden worden tussen
regelaar en clip-in.
Buitenvoeler AF/B9
plaatsing: minstens 2m boven de
•
grond en bij voorkeur aan de noordzij-
de van het gebouw
er op letten dat de voeler in geen
•
geval wordt beïnvloed door de
schouw, rookgasafvoer of een ven-
ster
manier van aanbrengen: De voeler zo
•
draaien dat de kabel er langs onder
uitkomt
Wandregelaar
LOGON B
Wandregelaar
LOGON B
4
Boilervoeler B3,B31,B4,B41
In de dompelhuls van de respectievelij-
ke boilers plaatsen
Max lengte van de koperleidingen
120m bij 1,5mm²
80m bij 1mm²
60m bij 0,75mm²
40m bij 0,5mm²
20m bij 0,25mm²
Ketelregelaar
LOGON B
Ketelregelaar
LMU
DB MB
flat kabel
Clip IN
OCI 420