Montagehandleiding wandmodule regelaar LOGON B
Montage
Uitvoering netaanslutiting
De installatie en de elektrische aanslui-
tingen dienen uitsluitend te gebeuren
door een erkend vakman.
De SEV, VDE-, EN-, EVU-richtlijnen en
landspecifieke normen dienen in acht
genomen te worden. In het algemeen
mag de regelaar enkel opengemaakt
worden door een erkend installateur.
Wand-montage
6 dekselschroeven losschroeven en
•
deksel verwijderen
Wandbehuizing aan de muur houden
•
en 4 gaten (5mm) aftekenen
4 gaten boren (5mm)
•
4 Befestigungslöcher bohren
•
Met behulp van de meegeleverde
•
schroeven de wandmodule bevesti-
gen
Het is aangeraden een kabelgoot (1)
•
te monteren aan de kabeldoorvoer
van de wandbehuizing. Na de monta-
ge worden de kabels hierdoor volledig
afgedekt. De optimale diepte van de
kabelgoot is 60mm. Om het doorvoe-
ren van de kabels te vergemakkelij-
ken is het aangeraden de kabelgoot
achteraf te monteren.
6
1
De netaansluiting wordt gemaakt via de
5-polige klem (2) van de LOGON B. De
CV regelaar moet met behulp van ge-
schikte accessoires gescheiden kunnen
worden van het net. Hiervoor zijn 2-
polige schakelaars met een contact-
opening van >3mm te gebruiken.
Netspanning: 230V, 50Hz
Te gebruiken zekering: 6,3A
De totale stroomopname van de rege-
laar mag in geen geval de 6,3A over-
schrijden.
De verbinding tussen regelaar en span-
ning dient met een minimumdiameter
van 3x1.0mm² aangesloten te worden.
4
2
Aansluiten Netspanning
De stroomvoerende kabels dienen met
behulp van de kabelhouders (3) ge-
fixeerd te worden, zodat er geen risico
bestaat dat de kabels los komen. In het
geval van de G2Z2 versie dient er een
3
brug tussen L en L1 geplaatst te wor-
den.
Stekkerverbinding tussen pomp-
groepen en LOGON B
De elektrische verbindingen van de
pompgroepen gebeuren via gecodeer-
de stekkers op de LOGON B regelaar.
Hier kunnen de stekkers van de pomp-
groepen rechtstreeks aangesloten wor-
den. In het geval dat er niet met pomp-
groepen wordt gewerkt kan men ge-
bruik maken van de meegeleverde
stekkers.
De voelers en andere kabels dienen
ook aangesloten te worden via geco-
deerde stekkers op de LOGON B (zie
elektrisch schema). De kabels dienen
met behulp van de kabelhouders geze-
kerd te worden.
De stekkers van het bedieningspaneel
(8) op plaats X30 (5) aansluiten.
•
8
7
•
•
3
5
Deksel (6) van onder naar boven
plaatsen en met 6 schroeven monte-
ren, zodat de haartjes langs de bin-
nenzijde van de wandmodule komen
te liggen.
Afdekplaat kabelgoot monteren
Ingebruikname en parametrering van
de CVkringen en tapwaterproductie in
functie van het type installatie.