Let op:
Het is niet mogelijk om 0000 als pincode
te gebruiken.
4.
Druk op de knop Start en sluit de klep om de
geleidingskalibratie te starten.
Let op:
Als de accu bijna leeg is, moet het
product de accu's opladen voordat de
geleidingskalibratie wordt gestart. Zie
Geleidingskalibratie op pagina 22 .
3.9.3 Geleidingskalibratie
Het kalibratieproces verloopt automatisch en stelt een
zo breed mogelijke doorrijbreedte in om spoorvorming
op het gazon te verminderen.
Let op:
Het product beweegt altijd binnen de
doorrijbreedte, maar de afstand tot de geleidingsdraad
wordt afgewisseld.
De geleidingskalibratie begint wanneer het product zich
bij het beginpunt bevindt. Het product beweegt links
loodrecht van de geleidingsdraad af op een maximale
afstand van 1.35 m/4.4 ft. of tot het de
begrenzingsdraad of een obstakel raakt. Links betekent
aan uw linkerkant als u recht vooruit naar het laadstation
kijkt. Deze afstand wordt ingesteld als de maximale
doorrijbreedte en de geleidingskalibratie is voltooid. Het
product beweegt langs de geleidingsdraad om te testen
of het de geleidingsdraad kan volgen. Het product volgt
de geleidingsdraad naar het punt waar de
geleidingsdraad op de begrenzingsdraad is
aangesloten. Het product begint te maaien wanneer het
zich aan de begrenzingsdraad bevindt.
3.9.3.1 De geleidingskalibratie opnieuw uitvoeren
1.
Houd de knop Terug 3 seconden ingedrukt om het
menu
Snelle info te openen.
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Geavanceerd > Kalibreren >
menustructuur
Geleidingskalibratie te doorlopen.
3.
Plaats het product in het laadstation.
4.
Druk op de knop Start om de automatische
kalibratie uit te voeren.
3.10 De productinstellingen uitvoeren
Stel met het bedieningspaneel alle instellingen voor het
product in. Het bedieningspaneel heeft een display en
een toetsenbord, en alle functies zijn toegankelijk via de
menu's. De functies hebben fabrieksinstellingen die van
toepassing zijn voor de meeste werkgebieden, maar de
instellingen kunnen worden aangepast aan de
omstandigheden van elk werkgebied.
3.10.1 Menustructuur
Het hoofdmenu bevat het volgende:
22 - Installatie
Gazonafscherming
•
•
Veiligheid
Installatie
•
Algemeen
•
Overzicht menustructuur op pagina 6 .
Zie
3.10.2 Toegang krijgen tot het menu
1.
Druk op STOP.
2.
Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag en de knop
OK om de pincode in te voeren.
3.
Druk op de knop Instellingen.
3.10.3 De schema-instellingen uitvoeren
U kunt het schema op vier manieren instellen:
•
Het schema instellen met behulp van de wizard.
Wizard op pagina 22 .
Zie
•
Dagmodus
•
Nachtmodus
•
Het schema instellen in het menu Geavanceerd.
Het schema instellen op pagina 23 .
Zie
Let op:
Voor een optimaal resultaat mag het gazon
niet te vaak worden gemaaid. Als u het product te veel
laat maaien, kan het gazon er geplet uitzien. Ook wordt
het product blootgesteld aan onnodige slijtage.
3.10.3.1 Toegang krijgen tot het schemamenu
1.
Druk op STOP.
2.
Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag en de knop
OK om de pincode in te voeren.
3.
Druk op de knop Schema.
3.10.3.2 Wizard
De wizard is een snelle tool om geschikte schema-
instellingen voor uw gazon te vinden.
1.
Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
schemamenu op pagina 22 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Schema > Wizard te doorlopen.
menustructuur
3.
Voer de geschatte grootte van uw gazon in. Het is
niet mogelijk om een groter gazon in te voeren dan
de maximale werkcapaciteit.
4.
Druk op OK om de grootte van het gazon te
bevestigen. Bij het invoeren van de grootte van uw
gazon komt de wizard met een geschikt dagelijks
schema (zie stap 7) of vraagt om gegevens voor
inactieve dagen.
1411 - 009 - 18.02.2021