3.4.4 Onderzoeken waar de
geleidingsdraad moet worden gelegd
Leg de geleidingsdraad van het laadstation door het
werkgebied en sluit deze aan op de begrenzingsdraad.
De installatie van de geleidingsdraad is belangrijk voor
een succesvolle geleidingskalibratie, zie
Geleidingskalibratie op pagina 22 .
A
D
C
•
Plaats de geleidingsdraad in een lijn op minimaal 1
m/3.3 ft afstand vóór het laadstation (A).
•
Plaats de geleidingsdraad minimaal 30 cm /1 inch
van de begrenzingsdraad (B).
Start punt op pagina 25 .
•
Startpunt (C). Zie
•
Minimale afstand 60 cm/2 ft. loodrecht op de
geleidingsdraad (D). Als de afstand kleiner is,
wordt het kalibratieproces onderbroken. Voor de
grootst mogelijke doorrijbreedte moet een
minimale afstand van 1.35 m / 4.5 ft worden
aangehouden. Zie
Geleidingskalibratie op pagina
22 .
•
Waar de geleidingsdraad op de begrenzingsdraad
is aangesloten (E).
•
Doorrijbreedte (F). Het product loopt altijd links van
de geleidingsdraad, gezien in de richting van het
laadstation. Zorg voor zo veel mogelijk vrije ruimte
links van de geleidingsdraad.
Let op:
Het product beweegt altijd binnen de
doorrijbreedte, maar de afstand tot de
geleidingsdraad wordt afgewisseld.
3.4.5 Voorbeelden van werkgebieden
•
Als het laadstation in een klein gebied (A) wordt
geplaatst, zorgt u ervoor dat de afstand tot de
begrenzingsdraad minimaal 2 m/6.6 ft vóór het
laadstation bedraagt.
•
Als het werkgebied een doorgang (B) zonder
geleidingsdraad heeft, is de minimale afstand
tussen de begrenzingsdraden 2 m / 6.5 ft. Als er
wel een geleidingsdraad is aangebracht in de
doorgang, is de minimale afstand tussen de
geleidingsdraden 60 cm / 24 inch.
18 - Installatie
•
•
E
B
F
3.5 Montage van het product
3.5.1 Installatiegereedschappen
•
•
•
•
3.5.2 Laadstation monteren
Als het werkgebied gebieden heeft die door middel
van een smalle doorgang (B) met elkaar zijn
verbonden, kunt u het product zodanig instellen
dat dit eerst de geleidingsdraad volgt en deze
verlaat waar deze met de begrenzingsdraad (C) is
verbonden. De instellingen kunnen worden
Tuindekking op pagina 25 .
gewijzigd in
Indien het werkgebied een bijgebied (D) omvat,
Een bijgebied maken op pagina 17 .
raadpleegt u
Zet het product in het bijgebied en selecteer
modus Bijgebied .
D
B
Hamer/kunststof hamer: om het plaatsen van de
krammen te vereenvoudigen.
Kantensnijder/rechte spade: om de
begrenzingsdraad te begraven.
Combinatietang: voor het knippen van de
begrenzingsdraad en het samenknijpen van de
connectoren.
Instelbare tang: voor het samenknijpen van de
koppelingen.
WAARSCHUWING:
nationale voorschriften voor elektrische
veiligheid.
1411 - 009 - 18.02.2021
de
A
C
Volg de