Bedieningshandleiding
Veiligheidsvergrendeling
De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ont-
werpen en opbouwen volgens de van toepassing zijnde
normen en afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau.
Het volledige concept van de besturing, waarin de veilig-
heidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd
worden volgens de relevante normen.
2.4 Technische gegevens
Voorschriften:
IEC 60947-5-1, ISO 14119, BG-GS-ET-19
Behuizing:
Bediensleutel en vergrendeling:
Blokkeerkracht F:
Arrêteerkracht:
Codeerniveau volgens ISO 14119:
Beschermingsgraad:
- Bestellindex NS, RS:
Vervuilingsgraad:
Contactmateriaal:
Schakelementen:
wisselcontact met dubbele verbreking Zb
A
Schakelsysteem:
Aansluitwijze:
Schroefklemmen of stekkeraansluiting M23
Type kabel:
Kabeldoorsnede:
Kabelingang:
Nominale impulsspanningsvastheid U
Nominale isolatiespanning U
:
i
Thermische stroom I
:
the
Gebruikscategorie:
Nominale bedrijfsstroom / -spanning I
Kortsluitbeveiliging:
Vereiste nominale kortsluitstroom:
Gedwongen verbrekingsweg (ontgrendeld):
Gedwongen verbrekingskracht (ontgrendeld):
(afhankelijk van de instelling van de kogelarrêtering
Inschakelduur magneet:
Nominale voedingsspanning U
:
s
Verbruik:
Bedieningssnelheid:
Max. bedieningsfrequentie:
Omgevingstemperatuur:
Mech. levensduur:
2.5 Veiligheidsclassificatie van de vergrendelfunctie
Voorschriften:
Bepaalde structuur:
- Essentieel:
- Bij 2-kanalig gebruik en
foutuitsluiting van de mechaniek*:
B
verbreekcontact (NC):
10d
B
maakcontact bij 10% ohmse contactlast:
10d
Gebruiksduur:
* Als een foutuitsluiting voor de 1-kanalige mechaniek toegelaten is.
B
10D
n
MTTF
op
D
0,1 x n
op
(Berekende waarden kunnen variëren afhankelijk van de
toepassingsspecifieke parameters h
Als meerdere veiligheidscomponenten in serie geschakeld worden, dan
degradeert onder bepaalde omstandigheden het Performance Level
volgens ISO 13849-1 door de verminderde foutherkenning.
Lichtmetaal, gelakt
Verzinkt metaal / aluminium
3.500 N
150 N ... 400 N (instelbaar)
of 2 verbreekcontacten,
galvanisch gescheiden contactbruggen
volgens IEC 60947-5-1, tastschakeling,
gedwongen verbrekend contact
stijf / flexibel
min. 0,75 mm², max. 2,5 mm²,
(incl. adereindhulzen)
2 x M20 x 1,5
:
imp
/U
:
4 A / 230 VAC
e
e
6 A gG D-zekering
min. 15 N
24 VAC/DC,
110 VAC, 50 / 60 Hz,
230 VAC, 50 / 60 Hz,
max. 10 W
max. 0,2 ms
2.000 / h
−25 °C ... + 50 °C
1 miljoen schakelingen
ISO 13849-1
bruikbaar tot cat. 1 / PL c
bruikbaar tot cat. 3 / PL d
met gepaste logische eenheid
2.000.000
1.000.000
d
x
x
3600
s/h
h
op
op
t
cycle
, d
en t
en de belasting.)
op
op
cycle
2.6 Veiligheidsclassificatie van de arrêteerfunctie
Bij gebruik van de component als vergrendelvoorziening voor
de veiligheid van personen is een veiligheidsclassificatie van
de arrêteerfunctie vereist. Bij de veiligheidsclassificatie van de
arrêteerfunctie moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de
bewaking van de arrêteerfunctie (vergrendelfunctie) en de aansturing
van de ontgrendelfunctie. De volgende veiligheidsclassificatie van de
ontgrendelfunctie is gebaseerd op het gebruik van het principe van de
energiescheiding van de voeding voor de magneet.
De veiligheidsclassificatie van de ontgrendelfunctie
is uitsluitend geldig voor toestellen met bewaakte
arrêteerfunctie en ruststroomprincipe (vgl. typesleutel).
Dankzij een veilige energiescheiding van buitenaf kan een uitsluiting
laag
van fouten voor het aansturen van de blokkeervoorziening van de
IP67
veiligheidsvergrendeling aangenomen worden. In dit geval draagt de
IP54
blokkeervoorziening van de veiligheidsvergrendeling niet bij aan de
3
uitvalwaarschijnlijkheid van de ontgrendelfunctie. Het veiligheidsniveau
Zilver
van de ontgrendelfunctie wordt op die manier uitsluitend bepaald door
de externe veilige uitschakeling van de energie.
Veilige energie-
uitschakeling
+24 VDC
PL ?
4 kV
PFH
?
d
250 V
6 A
AC-15
0 VDC
1.000 A
5 mm
De foutuitsluitingen voor de bekabeling moeten in acht
100 %
genomen worden.
Als in een toepassing de veiligheidsvergrendeling met
ruststroomprincipe niet kan gebruikt worden, kan voor
dit uitzonderingsgeval een veiligheidsvergrendeling met
arbeidsstroomprincipe gebruikt worden, mits bijkomende
veiligheidsmaatregelen getroffen worden, die voor een
gelijkwaardig veiligheidsniveau zorgen.
3. montage
3.1 Algemene montage-instructies
Neem ook de opmerkingen van de normen ISO 12100,
ISO 14119 en ISO 14120 in acht.
Voor de bevestiging heeft de veiligheidsvergrendeling vier boorgaten. De
20 jaar
veiligheidsvergrendeling mag niet als aanslag gebruikt worden. De plaats
van montage is willekeurig. Het binnendringen van vuil in de gebruikte
openingen moet echter vermeden worden. De bediensleutel moet soepel
en zonder dwang in de behuizing ingevoerd kunnen worden.
Montage van de bediensleutel
Zie montagehandleiding van de bediensleutel.
De bediensleutels moeten via geschikte maatregelen
(gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de
schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden.
NL
AZM 415-../..
Veiligheidsver-
grendeling
A1
A2
Vergrendel-
functie
3