Een combinatie van effectapparaten opslaan/oproepen (Geheugenmodus)
De "Memory Mode" of geheugenmodus is de modus waarin u combinaties van effectenloops (patches) in de ES-8 kunt opslaan en deze opgeslagen
instellingen kunt oproepen.
In tegenstelling tot de geheugenmodus is de "Manual Mode" (handmatige modus) de modus waarin u de schakelaars kunt gebruiken om elke
effectenloop handmatig in en uit te schakelen.
Patchstructuur
Een "patch" bestaat uit een combinatie van effectenloops (de aan/
uit-status van elke effectenloop en de aansluitingsvolgorde) en
parameterinstellingen.
Patches worden geordend per bank (00–99) en nummer (1–8).
U kunt maximaal 800 patches opslaan.
Patch
99-8
Patch
00-3
Patch
00-2
Patch
00-1
Schakelen tussen de geheugenmodus en
de handmatige modus
1.
Druk op de [MEMORY/MANUAL]-schakelaar.
Telkens wanneer u op deze schakelaar drukt, wisselt u tussen de
geheugenmodus en de handmatige modus.
5 In de geheugenmodus licht de MEMORY/MANUAL-indicator
blauw op.
5 In de handmatige modus licht de MEMORY/MANUAL-indicator
rood op.
In de handmatige modus
Door op de nummerschakelaars [1]–[8] te drukken, schakelt u elke
effectenloop in of uit.
5 De nummerindicator licht rood op als de overeenkomstige
effectenloop is ingeschakeld en wordt gedoofd als die
effectenloop is uitgeschakeld.
5 Als een effectenloop is ingeschakeld, geeft het Loop On/Off-
scherm een " "-pictogram weer.
8 7 6 5 4 3 2 1
_
8 7 6 5 4 3 2 1
6
1, 2, 4, 7, 8 Aan
3, 5, 6
Uit
Een patch opslaan (Patch Write)
OPGELET
5 De patch die u hebt gemaakt, gaat verloren als u het apparaat
uitschakelt of als u schakelt tussen patches voordat u de Patch
Write-bewerking hebt uitgevoerd.
5 Als u de Patch Write-bewerking uitvoert, gaat de patch die zich in
de opslaglocatie bevond, verloren.
1.
Druk op de [WRITE]-knop.
00-1
Patch name
Gebruik de [ K ] [ J ]-knoppen en de [–] [+]-knoppen
2.
om het banknummer en het patchnummer van de
opslagbestemming te selecteren.
* U kunt ook de [BANK I ] [BANK H ]-schakelaars en de
nummerschakelaars [1]–[8] gebruiken om het banknummer en
het patchnummer te selecteren.
3.
Druk op de [ENTER]-knop.
Gebruik de [ K ] [ J ]-knoppen en de [–] [+]-knoppen om een
4.
patchnaam toe te wijzen.
* Als u de Patch Write-bewerking wilt annuleren, drukt u meermaals
op de [DISPLAY/EXIT]-knop.
5.
Druk op de [WRITE]-knop of de [ENTER]-knop.
Het display geeft "Executing... " aan en de vorige displayweergave
verschijnt wanneer de Patch Write-bewerking is voltooid.
MEMO
5 U kunt een patch schrijven vanaf de geheugenmodus of de
handmatige modus.
5 Als u een patch schrijft, schakelt de ES-8 naar de geheugenmodus.
Een patch oproepen (Patch Change)
1.
Gebruik de [BANK I ] [BANK H ]-schakelaars om een bank te
selecteren.
2.
Gebruik de nummerschakelaars [1]–[8] om een patch te
selecteren.
MEMO
5 In het patchnaamscherm van de afspeelmodus kunt u de [ K ]
[ J ]-knoppen gebruiken om een patch te selecteren.
5 U kunt opgeven of de volgende patch wordt geselecteerd
zodra u de [BANK I ] [BANK H ]-schakelaars gebruikt om tussen
banken te wisselen of dat de patch niet wordt gewijzigd totdat
u vervolgens op een nummerschakelaar drukt. Raadpleeg
"Algemene instellingen (Systeeminstelling)" (p. 12) voor
informatie over hoe u deze instelling kunt maken.