Een patch maken
Parameter
Waarde/Uitleg
Patch MIDI 1–8
Geeft het verzendkanaal voor MIDI-berichten op.
Ch
OFF (niet verzonden), 1–16
Geeft op of bankselectieberichten worden verzonden wanneer u
schakelt tussen patches.
* Het is niet mogelijk om alleen Bank LSB in te schakelen.
* Niet verzonden als PC op OFF staat.
LSB
* Het is niet mogelijk om alleen de bankselectie in te schakelen.
MSB
Een bankselectiebericht wordt altijd verzonden in combinatie
met een programmawijzigingsbericht.
OFF
Niet verzonden.
0–127
De opgegeven waarde wordt verzonden.
Geeft op of een programmawijzigingsbericht wordt verzonden
wanneer u schakelt tussen patches.
PC
OFF
Niet verzonden.
1–128
De opgegeven waarde wordt verzonden.
Geeft op of een bedieningswijzigingsbericht wordt verzonden
wanneer u schakelt tussen patches.
Ctl1–2 CC#
OFF
Niet verzonden.
De opgegeven bedieningswijziging wordt
CC#000–127
verzonden.
Geeft de waarde van de bedieningswijziging op.
Ctl1–2 Val
0–127
CTL/EXP
Parameter
Waarde/Uitleg
MEMORY MANUAL, MUTE, BANK DOWN, BANK UP, NUMBER 1–8, CTL IN 1–4
Geef de functie op van de [MEMORY/MANUAL]-schakelaar, [MUTE]-
schakelaar, [BANK I ] [BANK H ]-schakelaars, nummerschakelaars
[1]–[8] en voetschakelaars die zijn aangesloten op de CTL IN-
aansluitingen.
OFF
Als u op de schakelaar drukt, gebeurt er niets.
MemM
[MEMORY/MANUAL]-schakelaar
Mute
[MUTE]-schakelaar
[BANK I ]-schakelaar, [BANK H ]-schakelaar
BnkD, BnkU
Func
Patches wijzigen
MemU, MemD
MemU: 00-1 0 99-8, MemD: 99-8 0 00-1
Num1–8
Nummerschakelaar [1]–[8]
Er wordt een controlesignaal verzonden vanaf de
Ctl1–6
overeenkomstige EXT CTL-aansluiting CTL 1/2–5/6.
Tik op de schakelaar om de Master BPM te
BPM
bedienen.
Geef de waarden op die worden verzonden wanneer op de
schakelaar wordt gedrukt (Max) en wanneer deze wordt losgelaten
(Min).
Min, Max
* Deze instellingen zijn alleen beschikbaar als Func is Ctl1–6.
OFF
Verzendt "uit"
ON
Verzendt "aan"
Geeft de bediening van de schakelaar op.
* Deze instellingen zijn alleen beschikbaar als Func is Ctl1–6.
Normaal uitgeschakeld. Alleen ingeschakeld
Mod
MOM
wanneer de schakelaar wordt bediend.
Schakelt in en uit telkens wanneer de schakelaar
TGL
wordt bediend.
EXP IN 1, 2
Geef de functie van de expressiepedalen op die zijn aangesloten op
de CTL IN-aansluitingen.
OFF
Als u het pedaal bedient, gebeurt er niets.
Func
Verzendt een controlesignaal vanaf de EXT CTL-
Exp1, 2
aansluitingen EXP 1 of 2.
Gebruik het bedieningselement om de Master BPM
BPM
te bedienen.
Geef de waarden op die worden verzonden wanneer het pedaal
wordt ingedrukt (Max) en wanneer dit wordt losgelaten (Min).
Als Func gelijk is aan Exp1 of Exp2
Min, Max
Geeft de waarde op die wordt verzonden vanaf de
0–127
aansluiting.
Als Func gelijk is aan BPM
20–500
Geeft het bereik van de Master BPM op.
10
Parameter
Waarde/Uitleg
Assign (A) 1–12
Schakelt de toewijzing in en uit.
Sw
ON, OFF
Geeft de controller (bron) op.
CTL1–4
MemM
Mute
BnkD, BnkU
Num1–8
CNum
EXP1, 2
Src
INT
WAV
CC000–127
Geeft de bediening van de controller op.
MOM
Mod
TGL
Cate
Selecteert de Target-categorie.
Geeft de parameter op die moet
Target
worden bediend.
Geeft het wijzigingsbereik voor
Min
de parameter op. De waarden zijn
afhankelijk van de parameter die is
Max
toegewezen door Target.
Geeft het verzendkanaal voor bedieningswijzigingen op.
*1
Ch
1–16
Geeft het controllernummer op dat wordt verzonden.
*1
CC#
000–127
Binnen het bedieningsbereik van de bron geeft dit het bereik op
dat zal worden bediend door de doelparameter.
Act L
(L) 0–126
Act H
(H) 1–127
Geeft op hoe de beweging van het interne pedaal zal worden
getriggerd.
PAT
Ex1L, Ex1M,
Ex1H, Ex2L,
Ex2M, Ex2H
*2
Trig
CTL1–4
MemM
Mute
BnkD, BnkU
Num1–8
CNum
CC000–127
Geeft de tijd op waarbinnen het interne pedaal wordt verplaatst
*2
van de losgelaten positie (hiel) naar de ingedrukte positie (teen).
Tim
0–100
Selecteer een van de volgende curven om de wijziging op te geven
die door het interne pedaal wordt geproduceerd.
*2
Crv
Geeft de tijd op voor één cyclus van het wave-pedaal.
*3
Rate
ª – ˜ , 0–100
Een voetschakelaar die is aangesloten op een
CTL IN-aansluiting
[MEMORY/MANUAL]-schakelaar
[MUTE]-schakelaar
[BANK I ]-schakelaar, [BANK H ]-schakelaar
Nummerschakelaar [1]–[8]
Momenteel geselecteerde nummerschakelaar
Een expressiepedaal dat is aangesloten op een
CTL IN-aansluiting.
Intern pedaal
Het virtuele expressiepedaal begint
te werken als dit wordt geactiveerd
door de trigger die u hebt ingesteld
(Trig) en wijzigt zo de parameter die is
opgegeven door "Target".
Wave-pedaal
Het virtuele expressiepedaal zal de parameter die
is opgegeven door "Target" binnen een bepaalde
cyclus wijzigen in een vaste golfvorm.
Control Change-nummer vanaf een extern MIDI-
apparaat
De waarde is normaal uitgeschakeld (minimumwaarde)
en zal alleen ingeschakeld zijn (maximumwaarde)
wanneer de bediening wordt gebruikt.
De waarde wisselt tussen uitgeschakeld (minimum)
en ingeschakeld (maximum) telkens wanneer de
bediening wordt gebruikt.
Raadpleeg de "Lijst met
bestemmingen" voor meer
informatie.
De doelparameter zal worden bediend binnen het
opgegeven bereik. Normaal gezien laat u Act L op
"0" staan en Act H op "127".
Wanneer de patch wordt gewijzigd
Als een expressiepedaal dat is aangesloten op een CTL
IN-aansluiting (EXP 1–2) in de volgende status overgaat
ExL
Minimum
ExM
Schuif de pedaal naar de middenwaarde
ExH
Maximum
Een voetschakelaar die is aangesloten op een
CTL IN-aansluiting
[MEMORY/MANUAL]-schakelaar
[MUTE]-schakelaar
[BANK I ]-schakelaar, [BANK H ]-schakelaar
Nummerschakelaar [1]–[8]
Momenteel geselecteerde nummerschakelaar
Als het opgegeven controllernummer wordt ontvangen
Als dit is ingesteld op een nootwaarde, wordt aan
elke patch een tijd toegewezen die overeenkomt
met de opgegeven "Master BPM"-waarde.