Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

dji SPARK Gebruikershandleiding pagina 12

Inhoudsopgave

Advertenties

Spark Gebruikershandleiding
Voer de stappen hieronder uit om het zichtsysteem te gebruiken:
1. Zorg ervoor dat de drone in de P-modus is en plaats de drone op een vlakke ondergrond. Merk op dat
het zichtsysteem niet goed werkt op oppervlakken zonder duidelijke variaties in het patroon.
2. Schakel de drone in. Na het opstijgen zal de drone stilhangen op zijn plaats. De indicatoren van de
dronestatus gaan tweemaal groen knipperen, wat aangeeft dat het zichtsysteem in werking is.
De drone kan actief remmen wanneer de drone obstakels herkent die vóór de drone aanwezig zijn.
Dit wordt aangestuurd door het 3D-sensorsysteem. Het 3D-sensorsysteem werkt het best wanneer de
verlichting toereikend is en het obstakel duidelijk gemarkeerd is of een duidelijke structuur heeft. De drone
mag niet sneller vliegen dan 10,8 km/u (6,7 mph) om er zeker van te zijn dat de remafstand voldoende is.
De prestaties van het 3D-sensorsysteem en het zichtsysteem worden beïnvloed door het
oppervlak waarboven wordt gevlogen. De drone zal automatisch overgaan van de P-modus naar
de ATTI-modus indien noch GPS, noch het zichtsysteem beschikbaar zijn. Wees voorzichtig
wanneer je Spark bedient in de volgende situaties:
Wanneer wordt gevlogen op hoge snelheden onder 0,5 meter hoogte.
Wanneer wordt gevlogen boven monochrome oppervlakken (bijv. volledig zwart, volledig wit,
volledig rood of volledig groen).
Wanneer wordt gevlogen boven zeer reflecterende oppervlakken.
Wanneer wordt gevlogen over water of transparante oppervlakken.
Wanneer wordt gevlogen over bewegende oppervlakken of voorwerpen.
Wanneer wordt gevlogen in een gebied waar de verlichting vaak of drastisch verandert.
Wanneer wordt gevlogen boven extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 100.000 lux)
oppervlakken.
Wanneer wordt gevlogen boven oppervlakken zonder duidelijke patronen of structuur.
Wanneer wordt gevlogen boven oppervlakken met identieke herhalende patronen of structuren
(bijv. tegels).
Wanneer wordt gevlogen over kleine en fijne voorwerpen (bijv. takken en hoogspanningsleidingen).
Wanneer wordt gevlogen op snelheden van meer dan 10,8 km/u (6,7 mph ) op 2 meter boven de
grond.
Houd sensoren te allen tijde schoon. Vuil of andere rommel kan de effectiviteit van sensoren
nadelig beïnvloeden.
12
©
2017 DJI Alle rechten voorbehouden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave