Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Instellingen Met Radiozender; Optioneel Toebehoren; Toevoeging Of Verwijdering Van Inrichtingen; Ecsbus - Mhouse WG20 Installatievoorschriften En Waarschuwingen

Inhoudsopgave

Advertenties

5.1.2 Controle van de instellingen met radiozender

Het is op elk moment mogelijk de voor elke parameter ingestelde
waarden te verifiëren via de volgende sequentie:
1 Druk tegelijkertijd gedurende ten minste 5 s op de toetsen T1 en T2
van de radiozender.
2 Laat de twee toetsen weer los.
3 Verricht binnen 3 seconden de in Tabel 7 voorgeschreven actie op
basis van de parameter die gewijzigd moet worden
4 Laat de toets weer los wanneer het knippersignaal begint te knipperen
5 Tel hoeveel keren hij knippert en controleer de overeenkomende
waarde in Tabel 8 op basis van het aantal.

5.2 Optioneel toebehoren

Behalve de in WG20 aanwezige inrichtingen zijn nog andere leverbaar
als optioneel toebehoren om de automatiseringsinstallatie aan te vullen.
PR1: 24V bufferbatterij voor voeding in geval van stroomuitval. Garan-
deert ten minste 5 complete cycli. De manoeuvre gebeurt met batterij-
voeding alleen in "langzame" snelheid.

5.3 Toevoeging of verwijdering van inrichtingen

Aan een automatisering met WG20 kunnen op elk moment inrichtingen
toegevoegd of verwijderd worden.
Voeg geen inrichtingen toe voordat u gecontroleerd heeft of ze
volledig compatibel zijn met WG20; raadpleeg de MHOUSE klan-
tenservice voor nadere gegevens.

5.3.1 ECSBus

ECSBus is een systeem waarmee de verbindingen van de ECSBus
inrichtingen uitgevoerd kunnen worden met slechts twee geleiders waar-
over zowel de elektrische stroomvoorziening als de communicatiesigna-
len gaan. Alle inrichtingen zijn parallel verbonden op dezelfde 2 geleiders
van de ECSBus. Elke inrichting wordt afzonderlijk herkend omdat er tij-
dens de installatie een eenduidig adres aan toegewezen is.
Met ECSBus kunnen zowel de fotocellen als andere inrichtingen die dit
systeem gebruiken verbonden worden, zoals bijvoorbeeld veiligheidsin-
richtingen, bedieningsknoppen, waarschuwingslampen enz. Raadpleeg

5.3.2 STOP ingang

STOP is de ingang die onmiddellijke stilstand van de manoeuvre veroor-
zaakt (met een kortstondige omkering). Met deze ingang kunnen de
inrichtingen met uitgang met normaal open contacten "NA" verbonden
worden (zoals bijvoorbeeld de schakelaar KS1) maar ook inrichtingen
met normaal gesloten contacten "NC" of inrichtingen met uitgang met
constante weerstand 8,2kΩ, zoals gevoelige randen bijvoorbeeld. Met
geschikte kunstgrepen kan met de STOP ingang meer dan een, ook van
verschillend type inrichtingen verbonden worden.
Volg hiertoe onderstaande tabel:
Tabel 10
NA
Parallel
NA
(opmerking 2)
NC
(opmerking 1)
8,2kΩ
Parallel
Opmerking 1. De combinatie NA en NC is mogelijk door de 2 contacten parallel
te verbinden en met contact NC serieel een weerstand van 8,2kΩ te verbinden
(en dus is ook de combinatie van de 3 inrichtingen mogelijk: NA, NC en 8,2kΩ).
20 Voorschriften WG20
1° inrichting type:
NC
8,2kΩ
(opmerking 1)
parallel
Serieel
Serieel
(opmerking 3)
Parallel
Serieel
opmerking 4)
Tabel 9
Parameter
Actie
Pauzetijd
Druk op en houd toets T1 ingedrukt
Opening voor
Druk op en houd toets T2 ingedrukt
voetgangers
Motorkracht
Druk op en houd toets T3 ingedrukt
"OPEN" functie
Druk op en houd toets T4 ingedrukt
Voorbeeld. Indien het knipperlicht na T1 en T2 gedurende 5s ingedrukt
en volgens op toets T1 gedrukt te hebben drie keer knippert, is de pau-
zetijd geprogrammeerd op 40s.
PT50: Paar 500 mm hoge zuilen met een fotocel.
PT100: Paar 1000 mm hoge zuilen met twee fotocellen.
Raadpleeg de MHOUSE catalogus voor informatie over nieuw toebeho-
ren of bezoek de site www.mhouse.biz.
de MHOUSE catalogus voor informatie over de ECSBus inrichtingen of
bezoek de site www.mhouse.biz.
De besturingseenheid CL20 herkent via een geschikte herkenningsfase
alle verbonden inrichtingen afzonderlijk en is in staat alle mogelijke sto-
ringen met zeer grote zekerheid waar te nemen. Om deze reden moet
de besturingseenheid de herkenningsfare uitvoeren telkens wanneer er
een met ECSBus verbonden inrichting toegevoegd of verwijderd wordt.
Zie punt 5.3.3 "Herkenning andere inrichtingen".
Opmerking 2. Er kunnen meerdere NA inrichtingen parallel met elkaar
verbonden worden zonder limiet van hoeveelheden.
Opmerking 3. Er kunnen meerdere NC inrichtingen serieel met elkaar
verbonden worden zonder limiet van hoeveelheden.
Opmerking 4. Er kunnen slechts 2 inrichtingen met uitgang met con-
stante weerstand 8,2kΩ parallel verbonden worden. Eventuele meerde-
re inrichtingen kunnen "naar beneden hangend" verbonden worden met
een enkele eindweerstand van 8,2kΩ.
Let op: indien de STOP ingang gebruikt is om inrichtingen met
veiligheidsfuncties te verbinden, garanderen alleen de inrichtin-
gen met constante weerstand van 8,2kΩ de veiligheidscategorie
3 tegen storingen.
Net als bij de ECSBus, herkent de besturingseenheid het met de STOP
ingang verbonden type inrichting tijdens de herkenningsfase. Daarna
wordt een STOP veroorzaakt indien zich een wijziging voordoet met
betrekking tot de herkende staat.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave