Ventilatorstand 1 (VS1): Kleinste permanente ventilatorstand. Steeds groter/gelijk 17% van het
beschikbaar ventilatorvermogen en steeds kleiner dan ventilatorstand 2.
Ventilatorstand 2 (VS2): Gemiddelde permanente ventilatorstand. Deze ventilatorstand wordt
door de servicetechnicus bij de inbedrijfname van het apparaat in het setup-menu gejusteerd en
vast ingesteld. Er wordt een ventilatorbalans tussen toevoerlucht- en afvoerluchtventilator
ingesteld.
Ventilatorstand
ventilatorstand 2 en kleiner/gelijk 100% van het ventilatorvermogen.
Ventilatorstand 0 (VS0): De ventilators staan stil. Deze ventilatorstand wordt in de functies
tijdautomatiek en afwezig gebruikt.
Stootventilatie: Het stootventilatiebedrijf start een tijdautomatiek programma, waarbij de
ventilatorstand 3 voor een voorinstelbare duur (standaard: 15 minuten) actief is. Erna wisselt het
apparaat weer in de vorige ventilatiestatus terug.
Afwezig: Bij het
gereduceerde ventilatiefunctie worden ingesteld. Hierbij worden de ventilatoren voor het eerste
kwartier met ventilatorstand 1 en in de overige tijd met ventilatorstand 0 aangestuurd. Voor het
beëindigen van deze functie moet een andere toets van het startmenu worden gedrukt.
Auto: De automatiekmodus heeft 2 automatische functies – een tijdautomatiek en een
sensorautomatiek, waarbij de manuele instellingen tijdelijk worden gedeactiveerd.
Met de tijdautomatiek kunnen verschillende ventilatorstanden (VS0, VS1, VS2 of VS3) voor
elke dag van de week met een definitie van 15 minuten worden gedeponeerd. Dit
„ventilatorstanden
geconfigureerd en individueel worden aangepast.
Een sensorautomatiek regelt de ventilatoren volgens een voorinstelbare lineaire karakteristiek
in
afhankelijkheid
luchtvochtigheid en temperatuur).
Menu: Via deze toets komt men in het informatie-, instellings- en setup-menu.
Standby: Met de standby-functie wordt het ventilatorapparaat in een energiespaarmodus
geschakeld. In de standby daalt de vermogensopname van het gehele apparaat onder 1 W. Het
beeldschermdisplay wordt donker, maar het touchpad van het TFT-bedieningspaneel blijft voor
het „wekken" van het systeem actief. De gewone aanraking van het touchpad is genoeg, om de
standby-modus te beëindigen.
Enter: Met de Enter-toets navigeert men in de verschillende submenu's en gewijzigde gegevens
worden in het geheugen overgenomen.
Afbreking/terug: Met de afbrekings-toets wisselt men uit een menu in het volgende hogere
menuniveau, maar zonder gewijzigde gegevens te aanvaarden.
Hulp: Met de op de linker onderste rand staande hulptoets komt men in een contextsensitief
hulpmenu. Als deze toets grijs is, is geen hulptekst opgeslagen.
Slot-toets: Bij het aantikken van de slot-toets wordt het touchpad tegen aanraking vergrendeld,
met uitzondering van het vlak van deze toets. Dit kan voor reinigingsdoelen worden gebruikt. Bij
een opnieuw drukken en vasthouden (ca. 2-3 s) komt men naar het startmenu terug.
Kalendersymbool: In het menu instellingen, submenu tijdautomatiek kan men door aantikken
van het kalendersymbool de of die weekdagen selecteren, diens ventilatorstanden men net wil
instellen. De ventilatorstanden zelf zijn zoals in het startmenu, maar kleiner op de linker rand
grijs weergegeven. De vooraf in te stellen ventilatorstand wordt na het aantikken geactiveerd en
kan met de cursor voor de enkele kwartieren worden aanvaardt.
12
3
(VS3):
Grootste
permanente
verlaten van het huis kan door activering van de functie Afwezig een
weekprofiel"
kan
in
van
een
ruimteluchtkwaliteits-sensor
ventilatorstand.
het
menuniveau
menu/instellingen
(ook
Steeds
groter
dan
worden
gecombineerd
CO
,
2