Pagina 4
Installatievoorwaarden ......................23 Installatie van de novus ....................... 24 3.4.1 Transport en uitpakken ......................24 3.4.2 Controle van de leveringsomvang ..................24 Montage van de novus ......................24 3.5.1 Wandmontage ........................
Dit hoofdstuk bevat algemene gegevens van het warmteterugwinapparaat novus (F) 300 / 450. 1.1 CE-Kenmerking Het apparaat draagt de naam novus 300 of novus F 300 resp. novus 450 of novus F 450 en wordt navolgend novus genoemd. Bij novus is er sprake van een ventilatietoestel met warmteterugwinning voor een gezonde, evenwichtige en energiebesparende ventilatie van woonruimte.
De producent zal slechts dan iets op reserveonderdelen garanderen als deze door een vakinstallateur werden geïnstalleerd. De waarborg vervalt, als: de waarborgperiode voorbij is; het apparaat zonder originele Paul-filters werd bedreven; niet door de producent geleverde onderdelen worden ingebouwd; het apparaat ondeskundig wordt gebruikt; ...
2.1.2 Apparaten-opbouw De novus werd voor de gecontroleerde ventilatie van woningen ontworpen en vervaardigd. De novus 300 resp. novus 450 in de standaard uitvoering beschikt over een gepatenteerde tegenstroom- kanaalwarmtewisselaar zonder vochtterugwinning. De apparaatuitvoering novus F 300 resp. novus F450 is met een vochtmembraan-warmtewisselaar uitgerust.
2.1.4 Ventilatoren De novus bevat twee onderhoudsvrije 230 VAC radiaalventilatoren met geïntegreerde voeding en elektronische commutatie. De volumestroomconstante ventilatoren houden bij ieder gekozen ventilatortoerental de luchthoeveelheid constant. De luchthoeveelheid wordt ook niet door vervuilde filters beïnvloed. 2.1.5 Filters In het apparaat zijn 2 filters in Z-bouwvorm van de filterklasse G4 ingebouwd. Deze bestaan uit een synthetisch filtervlies in een frame van polypropyleen.
2.2.1.2 Bedieningsfuncties met LED-bedieningselement 2.2.1.2.1 Instelling van de bedrijfsmodus Met de toetsen wordt de bedrijfsmodus vastgelegd. De actieve bedrijfsmodus wordt door een toebehorende LED van de bedrijfsmodustoets gevisualiseerd. 2.2.1.2.2 Ventilatorstanden Door de toetsen kunnen 7 ventilatorstanden worden gekozen. De actuele ventilatorstand wordt door een LED-lichtbalken (L1 ...
„veilig“ en is al naar apparaattype geconfigureerd. Bij een onderschrijden van de buitenluchttemperatuur < -0,5 °C (apparaattype novus 300 / 450) of < -7,5 °C (apparaattype novus F 300 / 450) of bij het onderschrijden van de toevoerluchttemperatuur < 4,5 °C (geldt voor beide apparaattypes) worden toe- en afvoerluchtventilator uitgeschakeld en starten na één uur weer voor tenminste 2 min..
2.2.2 TFT-bedieningspaneel Afb. 4: TFT-bedieningspaneel in frame van edelstaal Het 3,5“-TFT-display van het bedieningspaneel bestaat uit 320x240 beeldpunten en kan door aanraking met de fingers worden bediend (touchpad). In de bovenste statusregel van het startbeeldscherm worden het tijdstip, het betreffende menuniveau als titel evenals de actueel nog voorhanden filterrestlooptijd weergegeven.
Pagina 13
Afb. 5: Menustructuur startmenu Afb. 6: Startmenu...
Pagina 14
Ventilatorstand 1 (VS1): Kleinste permanente ventilatorstand. Steeds groter/gelijk 17% van het beschikbaar ventilatorvermogen en steeds kleiner dan ventilatorstand 2. Ventilatorstand 2 (VS2): Gemiddelde permanente ventilatorstand. Deze ventilatorstand wordt door de servicetechnicus bij de inbedrijfname van het apparaat in het setup-menu gejusteerd en vast ingesteld.
Meldsignaal: Een knipperend geel waarschuwingsdriehoek aan de rechter bovenste rand geeft een melding weer. Onder menu/informatie/meldingen kan de melding in niet gecodeerde tekst worden gelezen. Filtersymbool: In de rechter bovenste hoek van het startmenu worden een filtersymbool en direct eronder de filterrestlooptijd in dagen weergegeven. Als de filterrestlooptijd is afgelopen (0 d), verandert zich de kleur van het filtersymbool van grijs tot geel.
Pagina 16
Afb. 7: Menustructuur Informatie Meldingen Hier worden meldingen of opgetreden fouten in niet gecodeerde tekst weergegeven. Bij meerdere gelijktijdig optredende fouten wordt steeds de fout met de hoogste prioriteit weergegeven. Additioneel bij deze weergave knippert een geel waarschuwingsdriehoek aan de rechter boven beeldschermrand.
Bypass Hier worden de bovenste en onderste temperatuurdrempels van de bypass weergegeven. Software-versies Hier worden apparaattype evenals hard- en softwarestanden van de controller die betrokken is aan de besturing weergegeven. Aangesloten apparaten Hier wordt d.m.v. haakje-symbolen weergegeven, welke apparaten daadwerkelijk aan de bus zijn aangesloten en herkend werden.
Pagina 19
Ventilatorstanden Hier kunnen de ventilatorstanden 1 en 3 in 1%-stappen tussen 17 %...100 % worden ingesteld. Verder worden hier de instelling van de stootventilatieduur van 15 min … 120 min in 5 min-stappen uitgevoerd en het VS1-tijdinterval van 15 min/h … 45 min/h voor de ventilatorstand ‚Afwezig’ vastgelegd. Filter Hier kan de filterlooptijd worden ingesteld.
Pagina 20
Afb. 10: Beeldschermdisplay fabriekinstelling, groep weekdagen Za-Zo Met de entertoets kunnen de zo gewijzigde gegevens duurzaam worden overgenomen. Tijdens het opslaan van de gewijzigde gegevens wordt de beeldscherm voor korte tijd donker. Groep weekdagen Tijdvenster Ventilatorstand 0.00 - 0.15 uur 0.15 - 1.00 uur 1.00 - 1.15 uur 1.15 - 2.00 uur...
Elk gewijzigd datum- / tijdstipsegment moet apart met worden bevestigd, om te worden aanvaardt. Bypass Hier worden de afvoerlucht-temperatuurdrempels van de bypass-klep ingesteld. Het bedrijf van de bypass kan worden vrijgegeven of niet worden vrijgegeven. Dan worden verder de drempelwaarden van de bypassklep ingesteld: ...
(bv.: badkamer, keuken, WC) moet alle 2 - 3 maanden of bij controle van de graad van vervuiling naar eigen goeddunken gebeuren. 2.3.1.1 Apparaatfilter vervangen In de novus zijn hoogwaardige originele filters van PAUL ingebouwd, herkenbaar aan het opgedrukt Paul- logo. De filters kunnen bij de firma Paul Wärmerückgewinnung GmbH direct of via www.paul-lueftung- shop.de worden betrokken.
Afb. 13: Filterdoorstromingsrichting 6. Sluit de filterinsteekvakken met de filterafdekkappen. 7. Schuif de serviceklep met de geleidevlakken in de uitsparing van de frontplaat tot de hechtmagneten sluiten. 8. Breng de netverbinding weer tot stand. Pollenfilters moeten al naar toestelversie (zie typeplaatje) in het filterinsteekvak van de buitenluchtaansluiting worden ingeschoven! (Zie etiket aansluiting luchtleidingen met symbool gekenmerkt)
Conform DIN 1946-6 moet de ventilatie-installatie permanent in bedrijf blijven, behalve gedurende service- en reparatiewerkzaamheden. Voor de duur van de afwezigheid moet de installatie op de laagste ventilatorstand worden bedreven! 2.4 Verwijdering Bespreek met uw leverancier wat u aan het eind van de gebruiksduur van uw novus moet doen. Kunt u de novus niet terug brengen, deponeer het niet in de gewone huisafval, maar win inlichtingen over mogelijkheden van recycling van componenten of het milieuvriendelijk verwerken van de materialen bij u gemeente.
3.2 Configuratie novus De novus bestaat seriematig uit de volgende componenten: Behuizing A uit gecoat plaatstaal Binnenruimte B uit hoogwaardig geëxpandeerd polypropyleen (E)PP Serviceklep C Frontplaat D uit gekleurde kunststof Twee filters E voor de luchtreiniging ...
- luchtkanaalaansluitingen, - 230 VAC netaansluiting, - mogelijkheid voor de aansluiting voor de condensaatafvoer. De novus moet in een tegen vorst beveiligde ruimte worden geïnstalleerd. Het condenswater moet vorstvrij, met neiging en met gebruik van een sifon worden afgevoerd. 3.4 Installatie van de novus 3.4.1 Transport en uitpakken...
3.5.1 Wandmontage Afb. 16: Wandmontage verticaal Afb. 17: Wandmontage horizontaal (Vb. novus versie RECHTS) (Vb. novus versie LIGGEND - RECHTS) Monteer de erbij geleverde bevestigingsplaat met de klampen naar boven tonend met inachtneming van de minimum afstanden van de montagewijzen horizontaal aan de muur. ...
Pagina 28
Afb. 18: Zijdelen van het montageframe De korte zijdelen met de klampen D moeten in de geleidingssleuven A van de lange zijdelen worden ingehangen. Afb. 19: Detail doorsnede B-B Afb. 20: Detail doorsnede C-C Het korte zijdeel moet hierbij in een rechte hoek staande naar het lange zijdeel in de geplande geleiding worden ingeschoven.
Ø160 aanbevolen. Monteer de aan te sluiten luchtleidingen, minimum Ø 160 mm, met mogelijk geringe luchtweerstand en luchtdicht. Bij het gebruik van flexibele luchtleidingen slechts luchtleidingsmateriaal van de firma Paul Wärmerückgewinnung GmbH gebruiken, hiermee basisfunctie comfortventilatiesysteem gegarandeerd.
Wordt de uitlaatluchtmof van een geluidsdemper voorzien, moet deze met een boog naar boven worden gevoerd, om hem tegen doorweking van terug lopend condensaat uit de uitlaatluchtleiding te beschermen. Het apparaat moet zo worden gemonteerd, dat de condensaatafvoer over een langere weg met goede neiging kan worden gevoerd.
3.5.5 Elektrische aansluitingen De elektrische aansluitingen van de novus moeten conform de DIN-VDE-normen Deel 1 en enkel door vakpersoneel worden uitgevoerd! De elektrische netaansluiting van de novus gebeurt via de 3-polige toestelsteekverbinding met een 2 m lange netkabel. Aan de RJ45-steekverbinding wordt de 1,5 m lange CAT-5-netwerkkabel aangesloten. Beide steekverbindingen bevinden zich aan de bovenzijde van het apparaat op een aansluitingsplaat vlak aan de behuizing.
Klem X1 Ader Signaal rood geel zwart alu kleurig scherm Tabel 3: 5-polige klemmentoewijzing voor Klem X1 adapterplatine Klem X1 BDE-aansluitplatine TFT-touchpaneel Klem X1 BDE-aansluitplatine LED- bedieningselement Afb. 26: Adapterplatine met 2-vak RJ45- steekverbinding en klem X1 3.5.5.2 Aansluiting TFT-touchpaneel De comfortuitvoering van de bedieningseenheid (BDE) als TFT-touchpaneel met edelstaalframe is voor een inbouwinstallatie geconcipeerd.
3.5.5.3 Aansluiting LED-bedieningselement Het LED-bedieningselement kan als opbouw of inbouw, maar slechts met de componenten van het schakelaarprogramma PEHA worden gemonteerd. Afb. 29: UP-draagplaat met klem X1 op BDE-aansluitplatine; BDE-aansluitplatine met bandkabel; onderzijde LED-bedieningsfolie (van links naar rechts) Aan de klem X1 van de UP-draagplaat moet de kabel type J-Y(ST)Y 2x2x0,6 volgens tabel 3 worden aangesloten.
Pagina 34
Setup Paswoord ingeven _ _ _ _ _ Ventilatorstanden Ventilatorstand 2: tovoerlucht-ventilator Met drukken van de toetsen + of – de ingestelde waarde in % voor de luchtvolumestroom betrokken op de installatie volgens diagram 1 (novus (F) 300) of diagram 2 (novus (F) 450) instellen.
Installatievolumestroom [m Diagram 2: Instelwaarde nominale luchtvolumestroom novus (F) 450 met ventilatorstand 2 (LF2) 3.6.2.2 Instellen van de nominale luchtvolumestroom met LED-bedieningselement Vóór het instellen van de ventilatie-installatie wordt de aan de nominale luchtvolumestroom betreffende stand van het LED-bedieningselement volgens tabel 4 (novus (F) 300) resp. tabel 5 (novus (F) 450) ingesteld.
3.6.3 Instelling van de ventielen Ventilatoren d.m.v. het TFT-touchpaneel met ventilatorstand 2 volgens diagrammen 1 en 2 resp. d.m.v. LED-bedieningselement volgens tabellen 4 en 5 op nominale luchtvolumestroom instellen. Instelling van de klepspleetopeningen, smoorkleppen of schuim-smooronderdelen uitvoeren Meting van de luchtvolumestromen aan de uitlaten d.m.v.
Pagina 37
Afb. 30: Menustructuur Setup Vorstbeveiliging In het menu Vorstbeveiliging wordt het betreffende ontdooiertype - elektro-, PTC- of Sole-ontdooier -, welke volgens de configuratie van de installatie is ingezet, geselecteerd. Hier kunnen de temperatuurdrempels voor de vorstbeveiligingsmodi „eco“ en „veilig“ evenals de minimale toevoerluchttemperatuur voor de ventilatorslave worden ingesteld.
Pagina 38
Vorstbeveiligingsdrempel buitenluchttemperatuur Vorstbeveiligingsmodus novus 300 / 450 novus F 300 / 450 „sicher“ 0 °C -7 °C „eco“ -2 °C -10 °C Tabel 6: Voorinstelling vorstbeveiligingsdrempel buitenluchttemperatuur afhankelijk van de bedrijfsmodus van de vorstbeveiliging en het apparaattype Ventilatorstanden In dit menu kan het ventilatorvermogen van de toevoerluchtventilator in 1%-stappen tussen 17%...100% per ventilatorstand 1 - 3 afzonderlijk worden geparametreerd.
AWW-klep In dit menu kan worden vermeld of een AWW-klep voorhanden is. Reset fabrieksgegevens In dit menu kunnen voorinstellingen van fabriek zijde, die bij de inbedrijfname door invoeren van de servicetechnicus eventueel gedeeltelijk werden overschreven, worden terug gezet. Vervolgens moet het apparaat worden in- en uitgeschakeld.
Pagina 40
Afb. 32: Druk de knippen 4. Trek de frontplaat in het bereik van de knippen ca 5 cm af van het apparaat en schuif de frontplaat in de richting van de aansluitingen van de luchtleidingen uit de spleetopeningen van de behuizing.
6. Trek nu de warmtewisselaar d.m.v. de trekband uit de schuimstof behuizing. 7. Reinig de warmtewisselaar zonodig. Handel hierbij als volgt: Duik de warmtewisselaar hiervoor enkele malen in warm water (max. 40 °C). Spoel de warmtewisselaar vervolgens grondig af met warm leidingwater (max. 40°C). ...
Terugstelvoorwaarde: Zodra de drempel x_aul_min minimum 60 s om 1 Kelvin wordt overschreden, starten de ventilatoren op de ervoor geactiveerde stand en de bypassklep rijdt in die stand, waar hij vóór de veroorzaking van de fout stond. 3.9.2.4 Ventilatortoerental - Fout Voorval die fouten veroorzaakt: Herkend de controller, dat het ventilatortoerental van de toevoerlucht- en/of de afvoerluchtventilator lager is dan door het programma vastgelegd wordt, verschijnt op de rechter boven beeldschermrand een waarschuwingsdriehoek...
Pagina 45
F1 315 mA 4 x Aardleiding 4 x PE F2 5A Netvoeding 230 VAC, 8 A) 230 VAC, 5 A Spanningsvoeding ventilatorslave (geschakeld) Nul, 230 VAC geschakeld L’ potentiaalvrij contact Afsluiter Wisselaar CH (relais) 230 VAC, 5 A Opener DI: max. 24 VDC high >3,5V, low <1V Stootventilatiesensor Prog...
Pagina 46
Spanningsvoeding PE-doorgangsklem Alle 4 PE-leidingen VDE-conform met elkaar gekoppeld 230 VAC 50...60 Hz L’ 230 VAC, relaisgeschakeld Meldcontact Potentiaalvrij contact, bv. storing of WRA AAN/UIT Afsluiter Relais Wisselaar Schakelvermogen: 250 VAC, 5 A Opener Digitaal interface 1 en 2 digitale ingang 1 Stootventilatiesensor Referentiepotentiaal massa digitale ingang 2...
Pagina 48
Ventilator 1 (links: toevoerlucht, Ventilator 2 (links: afvoerlucht, rechts: afvoerlucht) rechts: toevoerlucht) + 48 VDC + 48 VDC Referentiepotentiaal massa Referentiepotentiaal massa DRZ 1 Toerental (Hall) DRZ 2 Toerental (Hall) 0-10 V 1 0...10 VDC 0-10 V 2 0...10 VDC MO+1 Motor+(6) MO-1...
(< 30 % r.F. in de winter) kan een vochtoverbrengende warmtewisselaar uitkomst brengen– dit kan bij vele PAUL-apparaten worden nageleverd. Voor het bewaren van de waarborgaanspraken mogen enkel originele onderdelen van PAUL (bv. filters) worden gebruikt ...
Fax: +49(0)375 - 303505 - 55 CE-CONFORMITEITSVERKLARING Productbenaming: Warmteterugwinapparaat novus 300 - serie novus F 300 - serie Voldoet aan de richtlijnen Richtlijn 2004/108/EG van het Europese Parlement en de Raad van 15 december 2004 voor de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit...
Pagina 60
Paul Wärmerückgewinnung GmbH August-Horch-Straße 7 08141 Reinsdorf Duitsland Tel.: +49(0)375 - 303505 - 0 Fax: +49(0)375 - 303505 - 55 CE- CONFORMITEITSVERKLARING Productbenaming: Warmteterugwinapparaat novus 450 - serie novus F 450 - serie Voldoet aan de richtlijnen Richtlijn 2004/108/EG van het Europese Parlement en de Raad van 15 december 2004 voor de...