GEBRUIKERSHANDLEIDING CONVAID
Correct gebruik van de uitrusting
De wandelwagen vastzetten
Bevestig de verankeringsbanden aan de bevestigingspunten (zwarte beugels) op de poten van de
wandelwagen volgens de instructies van de WTORS-fabrikant. Bevestigingspunten worden aangeduid
met het symbool in afb. 136 en de locatie van deze punten op de wandelwagen is te zien in afb. 137.
Afb. 136
Bij het verankeren van een wandelwagen met inzittende is het van belang dat de WTORS-ankerpunten op de
vloer en de wanden van het motorvoertuig correct zijn gepositioneerd volgens de instructies van de WTORS-
fabrikant. De wandelwagen moet in de rijrichting in het voertuig worden geplaatst. Plaats de wandelwagen
tussen de voorste en achterste ankerpunten, zodat de verankeringsbanden onder de juiste hoek kunnen
worden vastgezet, zoals te zien in afb. 138.
Uw Convaid-wandelwagen in transportuitvoering kan eenvoudig worden verankerd met behulp
van vierpuntsverankeringsbanden door de haakuiteinden van de verankeringsbanden aan de vier
zwarte bevestigingspunten (beugels) op de vier buispoten van de wandelwagen te bevestigen of door
verankeringsbanden door de openingen in de bevestigingspunten te halen.
De vloerverankeringspunten en de wandelwagen moeten zo zijn geplaatst dat:
• de verankeringsbanden een rechte, ononderbroken lijn vormen van de bevestigingspunten van
de wandelwagen naar de vloerverankeringspunten;
• de banden aan de voorzijde vanaf de zijkanten van de wandelwagen naar buiten lopen;
• de banden aan de achterzijde vanaf de bevestigingspunten op de wandelwagen recht naar
achteren lopen.
Wanneer alle vier verankeringsbanden aan de wandelwagen zijn bevestigd, moet u:
• alle verankeringsbanden inspecteren op tekenen van slijtage aan het bandmateriaal en versleten
banden vervangen;
• de banden aantrekken als die slap hangen, zodat er voldoende spanning staat op de verankerings-
banden tussen de bevestigingspunten aan voor- en achterzijde.
44
Afb. 137
Haakbevestiging
Transportbevestigingsoog
Afb. 138
Verankering heupgordel