Reiniging
5. Verwijder de vetopvangbak (afb. hierboven) van het apparaat en leeg het.
6. Reinig de vetopvangbak met warm water, een mild reinigingsmiddel en een
zachte doek of spons.
7. Spoel om in schoon water.
8. Verwijder de schoorsteen van de behuizing van het apparaat (afb. hierboven)
door deze omhoog te trekken.
9. Was de schoorsteen met warm water en een mild reinigingsmiddel.
10. Veeg de behuizing en bedieningselementen regelmatig schoon met een zachte
doek gedrenkt in warm water en een mild reinigingsmiddel.
11. Alle gewassen oppervlakken en verwijderbare delen van het apparaat moeten
grondig worden gedroogd.
12. Zet de verwijderde onderdelen weer in elkaar op het apparaat.
A370131
NL
15 / 18