4.
Plaats de middelste moer zodanig dat na het opsteken
van het bovenste dakankerdeel het voorste oplegbereik
tegen de dakbedekking aanligt (3). Let hierbij op de cor-
recte positie van het bovenste, middelste en onderste
dakanker.
4
5
5.
Positioneer het dakanker op de middelste moer (4).
6.
Schroef de tweede moer erop en draai deze vast (5).
–
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 17
7.
Snijd de draadstang direct boven de moer af (6).
8.
Ontbraam het snijpunt.
4.2.2
Collectoren monteren
n
4.2.2.1
Veldschikking naast elkaar
Gevaar!
Lichamelijk letsel en materiële schade
door het vallen van een collector!
Een collector kan bij ondeskundige bevesti-
ging vallen.
▶
Trek de klemelementen vast.
▶
Controleer de reglementaire spanning
door aan de klemklauwen te schudden.
▶
Als een klemklauw bewogen kan worden,
draai dan de moer vast.
0020103185_05 auroTHERM classic Montagehandleiding
3
6
Montage en installatie opdak 4
Opgelet!
Beschadiging van van binnen liggende
componenten!
De collectorbinnenruimte wordt door een
ventilatieopening in de buisdoorvoer (verti-
cale collector) resp. door een ventilatieope-
ning aan de zijkant aan het frame (horizon-
tale collector) geventileerd.
▶
Zorg ervoor dat de ventilatieopening vrij is
zodat de lucht ongehinderd kan stromen.
1.
Monteer de collectoren op het dak, zoals in de volgende
hoofdstukken aangegeven.
Aanwijzing
Montagerails en klemelementen kunnen niet
tegelijk bewogen worden.
Montagerails monteren
Aanwijzing
Storing van het systeem!
Voor een correcte werking van het systeem au-
roSTEP plus moet bij afwisselende aansluiting
de onderste montagerail met een helling van 1%
naar de onderste aansluiting (collectorretour) ge-
richt zijn. Bij gelijkzijdige aansluiting (max. 2 col-
lectoren) moet de montagerail horizontaal liggen.
2.
Bevestig de montagerail afhankelijk van de veldaanslui-
ting.
Voorwaarden: Veldaansluiting: gelijkzijdig
▶
Bevestig de montagerail horizontaal.
Voorwaarden: Veldaansluiting: afwisselend
▶
Bevestig de montagerail zodanig dat een helling van 1%
naar de onderste aansluiting (collectorretour) ontstaat.
3.
Bevestig de montagerails met de klemelementen aan
de dakankers ((1) en (2)).
4.
Positioneer de onderste rail zo ver mogelijk onderaan
op het dakanker.
1
2
15