4 Montage en installatie opdak
5
▶
Draai de bovenste schroef vast (5).
–
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13
▶
Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (6).
▶
Om de pannen dicht tegen elkaar te laten liggen, slaat u
evt. de waterafvoerdelen aan de dakpanonderkant (A) er
met een hamer uit.
4.2.1.2 Type S (voor shingle) monteren
1.
Leg de afstanden van de dakankers vast. (→ Pagina 11)
2.
Leg op de desbetreffende plaats het dakspant of de
daklat vrij (1).
3.
Positioneer het dakanker. Let hierbij op de correcte po-
sitie van het bovenste, middelste en onderste dakanker
(2).
3
4.
Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroe-
ven aan het dakspant of aan de daklat vast (3).
5.
Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (4).
14
A
6
1
2
4
4.2.1.3 Type S plat (voor shingle) monteren
1.
Leg de afstanden van de dakankers vast. (→ Pagina 11)
2.
Leg op de desbetreffende plaats het dakspant of de
daklat vrij (1).
3.
Positioneer het dakanker. Let hierbij op de correcte po-
sitie van het bovenste, middelste en onderste dakanker
(2).
3
4.
Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroe-
ven aan het dakspant of aan de daklat vast (3).
5.
Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke
positie (4).
4.2.1.4 Type stokschroef monteren
1
1.
Leg de afstanden van de dakankers vast. (→ Pagina 11)
2.
Boor op de desbetreffende plaats een gat in de dakpan
(1).
3.
Draai de stokschroef door de dakpan aan het dakspant
vast (2).
Montagehandleiding auroTHERM classic 0020103185_05
1
2
4