Maaien
• De trimmer is ideaal om gras te maaien dat
moeilijk bereikbaar is met een gewone
grasmaaier. Houd het koord tijdens het maaien
parallel met de grond. Duw de maaikop niet
tegen de grond want dit kan het gazon vernielen
en het gereedschap beschadigen.
• Laat de maaikop niet steeds in contact komen
met de grond tijdens het normale maaien.
Dergelijk continu contact kan schade en
slijtage toebrengen aan de maaikop.
Vegen
• Het ventilatie-effect van de draaiende draad
kan gebruikt worden om snel en makkelijk
rommel op te ruimen. Houd de draad parallel
aan en boven het gebied dat geveegd moet
worden en beweeg het gereedschap heen en
weer.
• Bij het maaien en vegen dient u met volledig
geopend gas te werken om de beste resultaten
te behalen.
WAARSCHUWING: Maai nooit wanneer
er slecht zicht is of bij erg hoge of lage
temperaturen of wanneer het vriest.
8. TRANSPORT
Als u de bosmaaier vervoert, dan moet de motor
zijn uitgeschakeld en het blad zijn bedekt met de
maaibladbeveiliging.
LET OP: Monteer bij transport of opslag de
beschermkap van de maaischijf op de bosmaaier.
LET OP – Wanneer u de machine in/op
een voertuig vervoert, moet u nagaan of ze cor-
rect en stevig is bevestigd in/op het voertuig
met riemen. De machine moet in horizontale
positie vervoerd worden, met lege brandstof-
tank. Zorg er tevens voor dat u geen inbreuk
pleegt op de geldende normen voor het vervoer
van dergelijke machines.
9. ONDERHOUD
CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES
Deze motor, inclusief het emissiecontrolesysteem,
moet
worden
onderhouden volgens de aanwijzingen in de
gebruikershandleiding om de emissieprestaties
die van toepassing zijn op niet voor de weg
bestemde
mobiele
wettelijke eisen te houden.
Het emissiecontrolesysteem van de motor mag
niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk
gebruikt worden.
Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud
van de motor of van de machine kan mogelijke
storingen
van
het
veroorzaken waardoor niet meer wordt voldaan
aan de toepasselijke wettelijke eisen; in dat geval
moet onmiddellijk actie worden ondernomen
om de storingen van het systeem te repareren en
de toepasselijke eisen te herstellen.
Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met
voorbeelden van een verkeerde werking, onjuist
gebruik of onderhoud:
- De brandstofdoseersystemen forceren of
breken;
- Gebruik van brandstof en/of motorolie
die niet aan de kenmerken voldoen die in
het hoofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn
aangegeven;
- Gebruik
van
bijvoorbeeld bougies, enz.;
- Geen
of
niet-passend
het
lossysteem,
onderhoudsintervallen voor uitlaat, bougie,
luchtfilter, enz.
LET OP - Manipulatie van deze motor
maakt het EU-certificaat met betrekking tot
de emissies ongeldig.
Het CO
-niveau van deze motor kan worden
2
gevonden op de WEBSITE van Emak (www.
myemak.com) in het deel "The Outdoor Power
Equipment World".
beheerd,
gebruikt
machines
binnen
emissiecontrolesysteem
niet-originele
onderdelen,
onderhoud
inclusief
verkeerde
en
de
van
17