Communicatie vindt plaats met behulp van het virtuele analoge
modem dat een analoog modem nabootst, of met behulp van het
V.120 of X.75 modem (zie afbeelding 30), waarbij signalen volledig
digitaal blijven. De andere partij moet eveneens beschikken over
apparatuur die samenwerkt met het analoge modem, het V.120 of
X.75 modem.
1
Klik op Start -> Instellingen -> Configuratiescherm.
2
Dubbelklik op Modems.
>
U komt in het scherm Modems (zie afbeelding 30). In dit scherm
ziet u de geïnstalleerde modems. Deze modems kunt u gebrui-
ken voor uw communicatieprogramma's, zoals bijvoorbeeld
Hyperterminal of Girotel versie 2.0.
3
Klik op Eigenschappen als u de eigenschappen van het geïnstal-
leerde modem wilt bekijken en eventueel wilt wijzigen.
4
Kijk bij Aangepaste installatie hoe u eigenschappen en instellin-
gen kunt wijzigen.
Afbeelding 30: Virtuele modems
51