BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Slechte aarding, onvoldoende ventilatie, open vuur of vonken kunnen gevaarlijke situaties geven, wat kan leiden
tot brand, explosies en zware verwondingen.
D Aard zowel de apparatuur als het te spuiten voorwerp. Zie Aarding op blz. 11.
D Als u ook maar ergens vonken door statische elektriciteit opmerkt, of als u een elektrische schok voelt terwijl u
het apparaat gebruikt, moet u meteen ophouden met spuiten. Gebruik het apparaat niet meer, totdat de oor-
zaak is vastgesteld en verholpen.
D Zorg voor ventilatie met verse lucht, om te voorkomen dat brandbare dampen blijven hangen afkomstig uit
oplosmiddelen of uit het afgegeven materiaal.
D Houd het werkgebied vrij van vuil en rommel, zoals oplosmiddel, lappen en benzine.
D Doof alle open vuur en waakvlammen in de werkruimte.
D Niet roken in het afgiftegebied.
D Schakel geen licht aan of uit in de werkruimte terwijl gewerkt wordt, of terwijl dampen aanwezig zijn.
D Gebruik geen benzinemotor in het werkruimte.
GEVAREN VAN GIFTIGE MATERIALEN
Gevaarlijke spuitmaterialen of giftige dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de
ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt.
D Zorg dat u op de hoogte bent van de specifieke gevaren van de vloeistoffen dat u gebruikt.
D Bewaar gevaarlijk vloeistof in een goedgekeurde vloeistofhouder. Voer gevaarlijke materialen af conform alle
geldende voorschriften en richtlijnen.
D Draag altijd een veiligheidsbril, handschoenen, beschermende kleding en een ademhalingsfilter, zoals
aanbevolen door de fabrikant van de gebruikte vloeistoffen en oplosmiddel.
6
309000
WAARSCHUWING