Reiniging en onderhoud
Voer reinigings- en onderhoudswerkzaamhe-
den bij voorkeur na gebruik van de machine
uit.
,
Voor de reiniging van het apparaat
mag geen hogedrukreiniger of waterstraal
worden gebruikt.
Reinig de ommanteling, het bedieningspa-
neel en de kunststof delen alleen met een
mild reinigingsmiddel of met een zachte,
vochtige doek. Wrijf de delen vervolgens
weer droog.
Gebruik voor de roestvrijstalen delen van de
ommanteling een normaal reinigingsmiddel
voor roestvrij staal.
Schuurmiddelen veroorzaken krassen op
het oppervlak.
Wasmiddelvak, wasmiddelbakjes en zuig-
hevel reinigen
Reinig het wasmiddelvak en de wasmiddel-
bakjes na gebruik met warm water. Verwijder
alle wasmiddelresten en korstjes. Reinig in-
dien nodig ook de zuighevels van de vakjes
voor de washulpmiddelen.
Trek de zuighevel eruit, reinig deze met
warm water en plaats de zuighevel terug.
Controleer regelmatig het rooster van de
kuipontluchting aan de achterkant van de
machine op verontreinigingen. Reinig het
rooster indien nodig.
34
Roestvorming
De trommel en de kuip zijn van roestvrij
staal.
IJzerhoudend water of ijzerhoudende voor-
werpen (zoals paperclips, ijzeren knopen en
ijzerdeeltjes) die met de was in de machine
terechtkomen, kunnen roestvorming in de
trommel c.q. kuip tot gevolg hebben.
Reinig in dit geval de trommel c.q. kuip re-
gelmatig en meteen na het vaststellen van
de roestvorming met een normaal reinigings-
middel voor roestvrij staal.
Controleer ook de deurdichtingen op ijzer-
houdende verontreinigingen en reinig de
dichtingen grondig met de eerder genoem-
de reinigingsmiddelen.
Deze maatregelen moeten regelmatig wor-
den uitgevoerd om roestvorming te voor-
komen.
De machine moet na gebruik kunnen dro-
gen. Sluit de deur dan ook niet, maar laat
die op een kier staan.
M.-Nr. 06 572 445