Aan de slag
De apparatuur aansluiten
INST INPUT-aansluiting
Sluit hier uw elektrische gitaar of
een ander instrument aan.
HARMONY- of VOCODER-effecten
worden toegepast op uw stem
in overeenstemming met uw
gitaarspel.
INST THRU-aansluiting
Sluit hier uw gitaarversterker of
effectapparaat aan.
* Het signaal dat de INST INPUT-
aansluiting binnenkomt, wordt
vanaf hier uitgevoerd.
[GND LIFT]-schakelaar
In sommige gevallen kunt u "aardlusgebrom" (een zoem- of bromgeluid) horen wanneer de VE-500 is aangesloten op
een extern apparaat. Als dit gebeurt, kan het wijzigen van de instelling van de [GND LIFT]-schakelaar dit probleem
verminderen. Normaal laat u deze schakelaar in de NOR (NORMAL)-stand.
Schakelaar Uitleg
NOR
Pin 1 van de OUTPUT-aansluitingen is aangesloten op de GND van de VE-500.
LIFT
Pin 1 van de OUTPUT-aansluitingen is losgekoppeld van de GND van de VE-500.
MIC IN-connector
Sluit hier uw microfoon aan. Als
u een condensatormicrofoon
aansluit, schakel dan de
fantoomvoeding in zoals
beschreven in "Instellingen voor
fantoomvoeding" (p. 9). De VE-500
is uitgerust met een gebalanceerde
(XLR) connector.
Pinconfiguratie MIC
IN-connector
TIP:
HOT
2: HOT
RING:
COLD
SLEEVE: GND
3: COLD
OUTPUT L, R-connectors
Sluit deze connectors aan op uw PA-
mixer, enz. Deze connectors voeren
het door de effecten verwerkte
signaal uit. De VE-500 is voorzien van
gebalanceerde (XLR) connectors.
* Het geluid van de gitaar wordt niet
uitgevoerd.
MIDI IN-connector
Sluit hier een extern MIDI-
apparaat aan. De VE-500 kan
programmawijzigingsberichten
ontvangen en het tempo
synchroniseren met een MIDI-
apparaat.
1: GND
1: GND
2: HOT
3: COLD
O (MICRO USB)-poort
Gebruik een micro-USB-kabel
om hier uw computer aan te
sluiten. Hiermee kunnen MIDI- en
audiosignalen worden uitgewisseld.
* Gebruik geen micro-USB-kabel die
alleen geschikt is voor het opladen
van een apparaat. Kabels die alleen
opladen, kunnen geen gegevens
overbrengen.
DC IN-aansluiting
Sluit de netstroomadapter hier aan.
* Gebruik uitsluitend
de meegeleverde
netstroomadapter (PSA-S-serie)
en zorg ervoor dat het
stopcontact de juiste spanning
heeft voor de adapter.
Pinconfiguratie
OUTPUT-connectors
TIP:
HOT
2: HOT
1: GND
RING:
COLD
SLEEVE: GND
3: COLD
1: GND
2: HOT
3: COLD
3