Een patch bewerken
Basisbewerkingen
1.
Roep de patch op die u wilt bewerken
(p. 10).
2.
Druk op de [EFFECT EDIT]-knop.
Het effectkeuzescherm verschijnt.
3.
Gebruik regelaar [1] om het effect te
kiezen dat u wilt bewerken.
U kunt de [EFFECT EDIT] ([ON/OFF])-knop
of regelaar [2] gebruiken om het effect op
de locatie van de cursor (wordt gemarkeerd
weergegeven) in of uit te schakelen.
Een effect dat is ingeschakeld wordt weergegeven
met een pictogram. Een effect dat is uitgeschakeld
wordt weergegeven als "OFF".
Raadpleeg de "Parameter Guide"
(PDF-bestand) voor meer informatie over
de parameter.
Effect
Uitleg
Verbetert de helderheid van het
geluid.
Corrigeert onjuistheden in
toonhoogte. Deze optie is alleen
beschikbaar als HRM (harmonie) is
geselecteerd.
HRM: voegt harmonie toe aan uw
stem.
VOC: een vocoder-effect.
Hiermee kunt u een
verscheidenheid aan effecttypes
–
kiezen. U kunt ook hetzelfde effect
kiezen voor FX1–FX4.
Hiermee kunt reverb of delay kiezen.
Overdub extra geluid en neem het
op en speel het vervolgens af als
een lus.
Regel de toon van patches en maak
andere instellingen.
Raadpleeg "De CTL/ASSIGN-
instellingen wijzigen" (p. 13).
MEMO
Voor FX1–4 en HRM (VOC) kunt u regelaar [3]
gebruiken om het type effect te kiezen.
4.
Druk op de [ENTER]-knop om naar het
bewerkingsscherm te gaan.
MEMO
In het bewerkingsscherm drukt u op de [ON/
OFF]-knop om het effect in/uit te schakelen.
Zo kunt u horen wat het effect is.
11