Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanleggen Van De Koelstofleiding - Daikin VRV FXDQ15P7VEB Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VRV FXDQ15P7VEB:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.
AANLEGGEN VAN DE KOELSTOF-
LEIDING
〈Meer informatie voor de koelmiddelbuizen voor de buite-
nunit vindt u in de installatiehandleiding die aan de buite-
nunit is bevestigd.〉
〈Breng aan beide zijden van zowel de gas- als de vloeistof-
leidingen het isolatiemateriaal aan. Wanneer de leidingen
niet worden geïsoleerd kan dat leiden tot waterlekkage.
Gebruik isolatie die bestand is tegen temperaturen van ten
minste 120°C. Isoleer de koelmiddelleiding zonodig extra,
afhankelijk van de omstandigheden. Als de temperatuur
boven het plafond 30°C bereikt of de vochtigheid RH80%
wordt. Op de buitenzijde van het isolatiemateriaal kan con-
dens worden gevormd.〉
VOORZORGSMAATREGELEN
Let op de onderstaande punten.
• Gebruik een pijpsnijder en tromp die geschikt is voor het te
gebruiken koelmiddel.
• Breng, voordat u de trompverbinding aandraait, esterolie of
etherolie op de tromp aan.
• Gebruik alleen de flensmoeren die bij de unit werden mee-
geleverd. Wanneer u andere flensmoeren gebruikt, kan
koelmiddel weglekken.
• Knijp de leiding dicht of plak deze af met tape om te voorko-
men dat vuil, vloeistof of stof de leiding kan binnendringen.
• Voorkom dat lucht of andere stoffen dan het koelmiddel in de
koelmiddelleidingen terecht kunnen komen. Ventileer de
ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig koelmiddel ontsnapt
tijdens de installatiewerkzaamheden.
(1) Sluit de leidingen aan.
• De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
• Maak de verbindingen altijd met een steeksleutel en een
momentsleutel, zoals is weergegeven in de afbeelding, wan-
neer de leidingen worden bevestigd op / losgekoppeld van
het apparaat. (Zie Afb. 6)
Momentsleutel
Steeksleutel
Trompmoer
Koppeling
Afb. 6
• Zie Tabel 1 voor de afmetingen van de flensmoeren.
• Breng esterolie of etherolie aan op de trompverbinding
(zowel aan de binnen- als de buitenkant) aan en draai de
verbinding vervolgens met de hand 3 of 4 slagen aan.
(Zie Afb. 7)
• Zie Tabel 1 voor de aantrekmomenten.
Tabel 1
Pijpdi-
Draaimoment
ameter
φ 6,4
15 – 17 N·m
φ 9,5
33 – 39 N·m
φ 12,7
50 – 60 N·m
φ 15,9
63 – 75 N·m
6
Esterolie of etherolie
Afb. 7
Trompmaat A
Vorm van de tromp
(mm)
8,7 – 9,1
12,8 – 13,2
R0,4-0,8
16,2 – 16,6
19,3 – 19,7
VOORZORGSMAATREGELEN
Wanneer de verbinding te strak wordt aangedraaid, kan
deze beschadigen en lekkage veroorzaken.
Zorg ervoor dat de olie alleen op de delen van de flens-
verbinding wordt aangebracht. Als olie op kunststof
onderdelen terechtkomt, kan het materiaal van deze
onderdelen daardoor op de lange duur beschadigen.
• Gebruik Tabel 2 wanneer u niet de beschikking heeft over
een momentsleutel.
Als u een normale sleutel gebruikt zal de trompmoer op een
bepaald moment ineens veel moeilijker aangedraaid kunnen
worden.
Draai de moer daarna de hoek aan die in Tabel 2 is vermeld.
(2) Controleer, nadat alle verbindingen zijn gemaakt, of er
geen gaslek aanwezig is.
(3) Vergeet niet om, nadat u de leiding heeft gecontroleerd
op gaslekkages, de leidingverbindingen te isoleren op
de manier zoals is weergegeven in Afb. 8.
• Gebruik daarvoor de fittingisolatie (3) (4) die mee-
geleverd is met de vloeistof- en gasleidingen. Let er daar-
bij ook op dat de naad van de fittingisolatie (3) (4) aan de
bovenkant van de leidingen zit.
(Zet beide uiteinden vast met een klem (9).)
• Wikkel bij de gasleidingen de middenmaat afdichtmat (6)
om de fittingisolatie (4) (flensmoer).
Procedure voor het isoleren van de vloeistofleidingen
Leidingisolatiemateriaal
(hoofdunit)
Bevestigen aan het apparaat
Hoofdunit
Klem (9) (accessoire)
Procedure voor het isoleren van de gasleidingen
Fittingisolatie (4)
Leidingisolatiema-
(accessoire)
teriaal (hoofdunit)
Flensmoerverbinding
Bevestigen aan
het apparaat
Naden aan de bovenzijde
Hoofdunit
Klem (9)
Leidingisolatiemateriaal
(accessoire)
(Niet meegeleverd)
VOORZORGSMAATREGELEN
Isoleer alle ter plaatse gemonteerde leidingen helemaal tot
aan de leidingkoppeling binnenin het apparaat. Wanneer
iemand een niet-geïsoleerde leiding aanraakt kan deze een
brandwond oplopen of kan daardoor condens worden gev-
ormd op de leiding.
Fittingisolatie (3) (accessoire)
Flensmoerverbinding
Naden aan de bovenzijde
Leidingisolatiemateriaal
(Niet meegeleverd)
Vloeistofleidingen
Gasleidingen
Middenmaat afdichtmat (6)
(accessoire)
Wikkel over de grootste
diameter van de
flensmoerverbinding.
Afb. 8
Nederlands

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave