5.
D
E PLAATS VOOR DE MONTAGE
SELECTEREN
5.1. Algemeen
WAARSCHUWING
■
Neem gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren zich in de buitenunit kunnen nestelen.
■
Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen
kunnen
veroorzaken. Gelieve de klant te zeggen de ruimte
rond de unit schoon te houden.
■
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving met
ontploffingsgevaar.
■
Kies een plek die stevig genoeg is om het gewicht en de
trillingen van de unit te weerstaan en waar het werkingsgeluid
niet wordt versterkt.
■
Kies een plaats waar de hete lucht uit de unit of het geluid van
de unit in werking de buren van de gebruiker kunnen storen.
■
Vermijd plaatsen naast een slaapkamer en dergelijke, zodat het
geluid dat hij maakt tijdens de werking geen overlast
veroorzaakt.
■
Er moet voldoende ruimte zijn om de unit naar en van de
installatieplaats te brengen.
■
Er moet voldoende plaats zijn voor luchtdoorstroming en er
mogen zich geen belemmeringen rond de luchtinlaat en -uitlaat
bevinden.
■
De plaats moet vrij zijn van de mogelijkheid van een brandbaar
gaslek vlakbij.
■
Plaats de unit zodanig dat zijn geluid en de afgevoerde hete
lucht de buren niet storen.
■
Plaats de units, de stroomkabels en de kabels tussen de unit op
minstens 3 m van televisies en radio's. Dit om storingen van
beeld en geluid te voorkomen.
■
Naargelang de radiogolfomstandigheden, kan er zich toch nog
elektromagnetische storing voordoen op een afstand van meer
dan 3 m.
■
In kuststreken of andere plaatsen waar de lucht zout of
sulfaatgas bevat, kan corrosie de levenscyclus van de buitenunit
negatief beïnvloeden.
■
Aangezien er een afvoer is uit de buitenunit, mag er niets onder
de unit worden geplaatst dat niet vochtig mag worden.
■
Kies een plaats voor de montage die aan de volgende
voorwaarden voldoet en die tevens de goedkeuring van uw klant
draagt.
-
Plaatsen die goed verlucht zijn.
-
Plaatsen waar de unit geen buren kan storen.
-
Zekere plaatsen die het gewicht en de trillingen van de unit
kunnen weerstaan en waarop de unit vlak kan worden
geplaatst.
-
Plaatsen waar er geen ontvlambare gassen of productlekken
kunnen voorkomen.
-
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving
met ontploffingsgevaar.
-
Plaatsen met voldoende ruimte voor het onderhoud.
-
Plaatsen waarvoor de lengtes van de leidingen en van de
bedrading van de binnen- en buitenunits binnen de
toegestane perken blijven.
-
Plaatsen waar een eventuele waterlek uit de unit geen
schade kan toebrengen aan de omgeving (wanneer een
afvoerbuis verstopt zou zijn, bijv.).
-
Plaatsen waar de unit zo min mogelijk aan regen wordt
blootgesteld.
-
Installeer de unit niet op een plaats die vaak als werkplaats
wordt gebruikt.
In het geval van bouwwerken (bijv. slijpwerk) waar veel stof
wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
Montagehandleiding
6
storingen,
rook
of
brand
-
Plaats geen voorwerpen of uitrusting bovenop de unit
(bovenplaat).
-
Klim, zit of sta niet op de unit.
-
Neem voldoende voorzorgsmaatregelen in overeenstemming
met de toepasselijke wetgeving indien koelmiddel zou lekken.
■
Indien de unit op een plaats wordt gemonteerd waar hevige
winden waaien, let dan speciaal op het volgende.
Indien sterke winden van 5 m/s of meer blazen tegen de
luchtuitlaat van de buitenunit, ontstaat een kortsluiting
(aanzuiging van uitgeblazen lucht), wat de volgende gevolgen
kan hebben:
-
de capaciteit in bedrijf is minder hoog;
-
snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het
verwarmen;
-
stilvallen door de verhoogde druk;
-
indien een sterke wind constant tegen de voorzijde van de
unit blaast, kan de ventilator zeer snel beginnen draaien en
breken.
Raadpleeg de afbeeldingen om deze unit te monteren op
plaatsen waar de windrichting voorspelbaar is.
■
Monteer een leiplaat op de zijde van de buitenunit waar de lucht
wordt aangezogen en plaats de uitlaatzijde zo dat deze een
rechte hoek vormt met de windrichting:
2
1 Leiplaat
2 Sterke wind
3 Uitgeblazen lucht
■
Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om overtollig
water rond de unit af te voeren.
■
Indien het moeilijk is om het water uit de unit af te voeren,
monteer de unit dan op een fundering met betonblokken, enz.
(de hoogte van dit soort fundering mag maximum 150 mm
bedragen).
■
Indien u de unit op een frame monteert, zet dan een waterdichte
plaat op niet hoger dan 150 mm van de onderzijde van de unit
om te beletten dat water langs onder zou kunnen binnendringen.
■
Indien de unit op een plaats gemonteerd waar het regelmatig
sneeuwt, zorg dan dat de fundering zo hoog mogelijk is.
■
Indien u de unit op het frame van een
gebouw monteert, plaats dan ook een
waterdichte plaat (ter plaatse te voorzien)
(op maximum 150 mm van de onderkant
van de unit) om te beletten dat afgevoerd
water zou lekken. (Zie afbeelding).
■
Zorg ervoor dat de unit vlak (horizontaal) gemonteerd wordt.
LET OP
Units mogen niet aan het plafond worden gehangen of op
elkaar worden gestapeld.
2
1
ERHQ006~008BBV3 + ERLQ006~008BBV3
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW68002-1A – 03.2011