■
Installeer de unit niet op een van de volgende plaatsen:
■ plaatsen waar (mineraal)olienevel of oliedamp hangt (zoals in
een keuken).
De kwaliteit van de plastic onderdelen kan verminderen en
ze kunnen uit het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
■ Waar corrosieve gassen, zoals zwavelzuurgassen worden
geproduceerd.
Corrosie aan de koperen leidingen of gesoldeerde delen kan
leiden tot koelmiddellekken.
■ In de aanwezigheid van apparatuur die elektromagnetische
golven genereert.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem
storen, zodat het toestel slecht zou werken.
■ plaatsen waarin ontvlambare gassen kunnen lekken, waar
koolstofvezel of ontvlambaar stof in de lucht aanwezig is of
waarin met vluchtige brandbare gassen (zoals verdunnings-
middelen of benzine) gewerkt wordt.
Dergelijke gassen kunnen brand veroorzaken.
■ plaatsen waarin de lucht veel zout bevat (zoals aan de zee).
■ plaatsen waarin de spanning schommelt (zoals in fabrieken).
■ In voertuigen of schepen.
■ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
■
Laat geen kinderen op de buitenunit kruipen; zet geen
voorwerpen op de unit. Kinderen kunnen eraf vallen en zich
kwetsen; voorwerpen kunnen eraf vallen en iemand verwonden.
■
Wanneer units in toepassingen met temperatuuralarmen
gebruikt worden, wordt geadviseerd om een vertraging van 10
minuten te voorzien vooraleer een dergelijk alarm wordt
gegeven wanneer de temperatuur hoger wordt dan een
maximumwaarde. De unit kan meerdere minuten stoppen
tijdens haar normaal bedrijf om de "unit te ontdooien" of
wanneer deze zich in "thermostaatstop" bevindt.
■
Span de flaremoer aan op de beschreven manier, bijv. met een
momentsleutel.
Indien de flaremoer te hard aangespannen wordt, kan de
flaremoer na een tijdje beginnen te barsten, waardoor
koelmiddel gaat lekken.
3.
V
OORALEER TE MONTEREN
WAARSCHUWING
Aangezien de maximum werkdruk voor deze buitenunit
4,17 MPa of 41,7 bar bedraagt, kunnen buizen met een
grotere wanddikte nodig zijn. Zie paragraaf
van het leidingmateriaal" op pagina
3.1. Bestek van de handleiding
In deze handleiding worden de werkwijzen beschreven voor het
hanteren, het monteren en het aansluiten van de ERHQ en ERLQ-
units. Deze handleiding bevat instructies opdat adequaat onderhoud
van de unit is gegarandeerd. Bovendien biedt de handleiding
ondersteuning voor problemen.
3.2. Voorzorgsmaatregelen voor R410A
■
Het
koelmiddel
dient
behandeld te worden om het systeem zuiver, droog en
waterdicht te houden.
-
Zuiver en droog
Alle mogelijke voorzorgen dienen genomen te worden opdat er
nooit vreemde stoffen (inclusief minerale oliën of vochtigheid) in
het systeem kunnen komen en zich vermengen met het
koelmiddel.
-
Waterdicht
Lees zorgvuldig
"9. Voorzorgsmaatregelen voor koelmiddel-
leidingen" op pagina 9
en volg nauwgezet deze werkwijzen.
Montagehandleiding
4
"8.1. Keuze
9.
met
strikte
voorzorgsmaatregelen
■
Daar R410A een koelmiddelmengsel is, dient het nodige
bijkomend koelmiddel in zijn vloeibare toestand toegevoegd te
worden. (Indien het koelmiddel in gasvormige toestand is, zal
zijn samenstelling wijzigen, waardoor het systeem niet goed zal
werken).
■
De aangesloten binnenunit moet de EKHBH/X008 unit zijn, die
uitsluitend voor R410A is ontworpen.
3.3. Montage
■
Zie de montagehandleiding van de binnenunit voor de montage
van de binnenunit.
■
Laat de unit nooit werken zonder de thermistoren, anders kan de
compressor verbranden.
■
Controleer ook de naam van het model en het serienummer op
de buitenplaten (de voorplaten) wanneer de platen worden
vastgezet of verwijderd om zich niet te vergissen.
■
Bij het sluiten van de platen voor het onderhoud, zorg ervoor dat
het aanspankoppel niet groter wordt dan 4,1 N
3.4. Modelidentificatie
De
ERLQ-units
bevatten
bodemplaatverwarming,...) om deze units goed te laten werken in
gebieden waar de omgevingstemperatuur laag kan worden, terwijl
gelijktijdig de luchtvochtigheid hoog kan zijn. In dergelijke
omstandigheden
kunnen
ondervinden door teveel ijsvorming op de luchtgekoelde spoel. Indien
dergelijke omstandigheden voorzien worden, dienen de ERLQ-
modellen in plaats te worden gemonteerd. Deze modellen zijn
voorzien (isolatie, bodemplaatverwarming,...) om niet te bevriezen.
ER
H
Q
006
BB
Capaciteitklasse (kW)
Buitenunit op R410A
H=lage watertemperatuur – omgevingszone (0~–10°C)
L=lage watertemperatuur – omgevingszone (–10°C~–20°C)
Warmtepomp gescheiden buitenpaar
INFORMATIE
■
Een ERLQ0*BA/BB-buitenunit kan alleen op een
EKHBH/X008BA/BB-binnenunit worden aangesloten
(bodemplaatverwarming van buitenunit moet worden
geregeld door binnenunit).
■
Een
ERHQ0*BA/BB-buitenunit
aangesloten op een EKHBH/X008BA/BB-binnenunit
of een EKHBH/X008AA-binnenunit (als een bodem-
plaatverwarmingskit vereist is, zie
op pagina
5).
3.5. Accessoires
■
Controleer of de volgende accessoires met de unit inbegrepen
zijn
Montagehandleiding
Label gefluoreerde
broeikasgassen
Meertalig label gefluoreerde
broeikasgassen
•
m.
speciale
uitrustingen
(isolatie,
de
ERHQ-modellen
problemen
V3
V3=1~, 230 V, 50 Hz
Reeks
kan
worden
"Mogelijke opties"
1
1
1
ERHQ006~008BBV3 + ERLQ006~008BBV3
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW68002-1A – 03.2011