5 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Niveaumeting
12
toegekend. Alleen bij correct ingesteld adres wordt de sensor door
het besturingssysteem herkend.
•
Toegestane adresbereik - Modbus 0 ... 247
•
Toegestane adresbereik - Levelmaster 0 ... 31
In uitleveringstoestand af fabriek is het Modbus-adres 246 en het
Levelmaster-adres 31 ingesteld. Daardoor is af fabriek de soft-
ware-adressering mogelijk.
Het adres wordt naar keuze ingesteld via:
•
De adreskeuzeschakelaar in de elektronicaruimte van het instru-
ment (hardware-adressering)
•
De display- en bedieningsmodule (software-adressering)
•
PACTware/DTM (software-adressering)
Hardware-adressering
De hardware-adressering is actief, wanneer met de adreskeuzescha-
kelaar op de elektronica van de VEGAFLEX 81 een Modbus-adres
van 0 ... 245 wordt ingesteld. Daarmee is de software-adressering
uitgeschakeld; het ingestelde hardware-adres geldt (Levelmas-
ter-adressen: 0 ... 30)
Software-adressering
De software-adressering is actief, wanneer met de adreskeuzescha-
kelaars op het instrument het Modbus-adres 246 of hoger is ingesteld
(Levelmaster-adres: 31).
Wanneer u met de keuzeschakelaars een instrumentadres instelt,
kleiner dan 126, dan geldt de ingestelde waarde. In dit geval is de
adresinstelling via de display- en bedieningseenheid niet beschik-
baar.
Meetplaatsnaam
In het volgende menupunt kunt u een passende meetplaatsnaam
toekennen. U kunt namen met maximaal 19 tekens invoeren.
Toepassing
In dit menupunt kunt u de toepassing kiezen. U kunt kiezen tussen
niveaumeting en scheidingslaagmeting. U kunt bovendien kiezen
tussen meting in een tank of in een bypass of standpijp.
Medium - diëlektrische constante
In dit menupunt kunt u het mediumtype (medium) definiëren.
Max.-inregeling
In dit menupunt kunt u de max.-inregeling voor het niveau invoeren.
VEGAFLEX 81 • Modbus