De activering (en deactivering) van de elementen van het beschreven SmartLiving
systeem maakt de handmatige functionering van de elementen aan de hand van de
programmering (= activering) of de inhibitie ervan (= deactivering) mogelijk. De
activering en deactivering worden door de gebruiker bepaald.
In dit deel kunnen de volgende elementen geactiveerd/gedeactiveerd worden:
• Zones - een geïnhibiteerde zone activeert geen alarmen (zone uitgesloten).
• Auto-inschakelen
gedeactiveerd worden. Het partitie wordt op uurbasis geactiveerd en gedeactiveerd
als de automatische activering van een partitie geactiveerd is.
• Codes - een gedeactiveerde code wordt niet geaccepteerd.
De activering/deactivering is enkel mogelijk op codes van een lager hiërarchisch
niveau (zie paragraaf 2-5 Gebruikerscodes).
• Tags - een gedeactiveerde tag wordt niet geaccepteerd.
• Keypads - een gedeactiveerd keypad maakt het invoeren van codes (en dus de
toegang tot het menu) en het uitvoeren van de sneltoetsen niet mogelijk. De LED-
en displaysignaleringen worden bijgewerkt.
• Lezers - een gedeactiveerde lezer maakt het herkennen van de tags niet mogelijk.
De signaleringen met de leds worden bijgewerkt.
• Timers - een geactiveerde timer volgt de programmering en maakt het beheer van
de geassocieerde elementen (partities, codes, tags) mogelijk. De geassocieerde
elementen gedragen zich alsof de timer op OFF geplaatst is als een timer
gedeactiveerd wordt.
Bij het verlaten van de programmering worden alle timers geactiveerd. De gebruiker moet de
timers, gedeactiveerd voor de programmering, deactiveren.
•
Kiezer - geen enkele oproep, vocaal of digitaal, wordt verricht als de communicator
gedeactiveerd is. De inkomende oproepen worden echter beheerd als ze geactiveerd zijn.
•
Spraakmenu - de centrale reageert op de ontvangen telefonische oproepen en speelt
het vocale boodschap, geregistreerd voor de functie "Spraakmenu", af als de
transponder geactiveerd is.
• IP Up/Download - de centrale reageert onmiddellijk met een stemboodschap als
deze functie samen met de transponder geactiveerd is.
• Remote toegang - de centrale reageert op een oproep van de installateur en via
het modem als deze functie geactiveerd is. Met deze oproep kan de installateur de
parameters van de centrale bereiken. Om deze reden moet de functie teleassistentie
doorgaans gedeactiveerd zijn; de eventuele activering ervan moet tussen de
installateur en de gebruiker overeengekomen zijn.
De centrale reageert op een oproep en geeft de prioriteit aan de teleassistentie oproepen als de
functies "Spraakmenu" en "Remote toegang" beiden geactiveerd zijn: de centrale wacht 30
seconden lang op de communicatie met het modem van de installateur; als de communicatie niet
gelegd wordt, zal de centrale het geregistreerde vocale boodschap van de functie "Spraakmenu"
afspelen.
• Internet- de gebruiker activeert de toegang to de gegevens van de centrale via het
LAN netwerk/internet als deze functie geactiveerd is en een SmartLAN/G kaart op de
centrale aangesloten is. De toegang is alleen via teleassistentie (indien geactiveerd)
mogelijk als deze functie gedeactiveerd is.
• Install.toelaten - de PIN installateur wordt geaccepteerd en de installateur heeft
toegang tot het menu als deze functie geactiveerd is; de PIN installateur produceert
een event "Foute code" en de installateur krijgt geen toegang tot het menu als deze
functie niet geactiveerd is.
• SynchronismeIP2RX - de centrale stuurt naar de IP2RXsoftware een speciale
string als deze functie is geactiveerd, waarmee de software de centrale kan
identificeren.
Methode 1
Door de sneltoetsen, geassocieerd met de toetsen
display met of zonder code te activeren:
• De sneltoets "Activatie menu" (sneltoets nr.15:
weergave van het deel van het gebruikersmenu "Activaties" waarin hij:
1. Via de toetsen
gorie van elementen (zones, codes, enz.) kiezen.
2. Via de toetsen
afzonderlijk element kiezen.
3. Het geselecteerde element activeren via een druk op
druk op
.
34
-
kunnen
voor
elk
en
en vervolgens
en
en vervolgens
Activaties
partitie
afzonderlijk
geactiveerd/
Op Keypad
, ...,
weergegeven op het
), brengt de gebruiker naar de
de te activeren/deactiveren cate-
eerst het te activeren/deactiveren
en deactiveren via een
Inbraakcentrale
5-4
Nota
Nota
Het systeem gebruiken