4. Druk op
om het gesprek te beëindigen of om het bellen van een
nummer te annuleren.
Een opgeslagen contactpersoon bellen
Om een contactpersoon te bellen die u hebt gedownload van uw mobiele
telefoon, drukt u op de menutoets en wijst u op
Gebruik het weergegeven toetsenblok om op de eerste paar letters van
de gewenste naam te wijzen. (U kunt het laatst ingevoerde teken wissen
door te wijzen op Wis.) De eerste namen die beginnen met de ingevoerde
tekens worden bovenaan weergegeven. Als u alle overeenkomende
namen wilt zien, wijst u op
of
, of wijst u op
telefoonnummers te zien die met een naam zijn opgeslagen, wijst u op
de naam. Om een telefoonnummer te bellen, wijst u op het nummer.
Oproepinfo
U kunt de 20 meest recente oproepen bekijken die u hebt gemist,
ontvangen of gekozen terwijl het navigatiesysteem met een
compatibele mobiele telefoon was verbonden door op de menutoets te
drukken en te wijzen op
Om door de nummers te bladeren, wijst u op
te bellen, wijst u op het nummer.
Het laatst gekozen nummer kunt u bellen door op de menutoets te
drukken en te wijzen op
Oproepinfo
>
Opnw.
Om de lijsten met recente oproepen te wissen, drukt u op de menutoets
en wijst u op
Telefoon
Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen opgeslagen door het
navigatiesysteem als het netwerk deze functies ondersteunt, uw
telefoon is ingeschakeld en bereik heeft.
Spraakkeuze
Om met behulp van spraakkeuze een nummer te bellen dat is
opgeslagen in het telefoonboek van uw telefoon, drukt u op de
of op de lijst. Als de lijst lang is, wijst u op
om meer letters in te voeren. Om de
Telefoon
>
Oproepinfo
Telefoon
>
Toetsenblok
kiezen.
>
Oproepinfo
>
Telefoon
> Contacten.
en de gewenste optie.
of
. Om een nummer
>
, of op
Lijsten wissen
> Wissen.
O p r o e p e n
Telefoon
>
41